Buit maken, Emile Zola

Historische achtergrond

In 1830 was Parijs een verschrikking om te wonen. Sinds de Middeleeuwen was er weinig veranderd en waren er bijna geen huizen bijgekomen, maar de bevolking was wel enorm toegenomen. Riolering en stromend water was vaak niet aanwezig, de in de stad gelegen begraafplaatsen stroomden over (letterlijk) en het verkeer was doorlopend gestremd in de smalle straten die soms maar enkele meters breed waren. Teveel mensen woonden dicht op elkaar in zeer ongezonde omstandigheden en er waren dan ook regelmatig flinke uitbraken van ziektes als cholera.

De nieuwe keizer Napoleon III wilde dit veranderen in 1852 en gaf baron Haussmann de opdracht de stad grondig te herzien.

Het elegante Parijs dat we voor ogen hebben als we nu aan Parijs denken, met de brede straten en boulevards, de huizen van lichte steen, de smeedijzeren balkons en de zinken daken, is het Parijs van baron Haussmann.

Om dit nieuwe Parijs te verwezenlijken, werden de oude Middeleeuwse buurten  zonder pardon gesloopt en kwamen er nieuwe wijken, met brede straten en grote huizen. Ook werden er boulevards dwars door de stad aangelegd, zodat het verkeer weer de ruimte had. Verder kwamen er nieuwe parken, riolering en stromend water en werden er nieuwe begraafplaatsen buiten het centrum van de stad aangelegd. Om de vele inwoners te herbergen, werden buitenwijken bij de stad getrokken. Parijs verdubbelde in omvang.

Haussmann heeft ervoor gezorgd dat duizenden mensen moesten verhuizen omdat hun huizen gesloopt werden, maar tegelijkertijd heeft hij meer nieuwe huizen gebouwd dan er neergehaald zijn en over het algemeen de stad aanmerkelijk verbeterd. Ook de uitbraken van ziektes behoorden zo goed als tot het verleden.

Middeleeuws straatje in Parijs (Île de la Cité), vóór de vernieuwingen van Haussmann

Het grote probleem van het feit dat Parijs decennia lang een bouwput was, is dat er een nieuwe groep ontstond, die speculeerde met de grond en hier onmenselijk rijk van werd. Grond werd opgekocht, de prijs van de huizen die er stonden werd kunstmatig opgedreven en vervolgens werd de grond weer verkocht om te kunnen slopen, met een flinke winst voor de eigenaren.

Het is deze groep die er alles aan deed om zichzelf te verrijken en elkaar de hand boven het hoofd hield, terwijl de arme mensen benadeeld werden.

In Buit maken stelt Emile Zola deze groep aan de kaak.


Het verhaal

In dit tweede deel van de serie over de families Rougon-Macquart blijven we bij de Rougons, de familie die gek is op geld en macht. We laten echter wel Plassans achter ons en gaan dus naar Parijs. We richten ons op de tweede zoon van Pierre Rougon, Aristide.

Deze Aristide heeft bij de staatsgreep in 1851 maar ternauwernood de goede kant gekozen en wil nu zijn positie verzekeren. Zijn oudere broer Eugéne is minister in de nieuwe regering en deze helpt hem aan een baantje op het stadhuis, met het dringende advies om niet op te vallen, maar zijn voordeel te doen met de mogelijkheden en de kansen die hij krijgt.

Aristide neemt deze raad ter harte en tijdens zijn jaren op het stadhuis zorgt hij ervoor dat hij iedereen van hoog tot laag leert kennen, met alle informatie en achtergrondkennis die daarbij hoort.

Zijn zuster Sidonie die fungeert als tussenpersoon in allerlei louche handeltjes en geheimen, raadt hem aan om rijk te trouwen. En terwijl zijn eerste vrouw Angèle haar laatste adem nog niet eens heeft uitgeblazen, wordt al een deal gesloten met de oude en gerespecteerde bourgeoisie familie Bérand du-Châtel. Aristide zal trouwen met de jonge Renée, die in moeilijkheden is gekomen nadat ze in de handen is gevallen van een gewetenloze man die niet met haar kan trouwen omdat hij al getrouwd is. Voor een flinke som geld is Aristide bereid om de deze last op zich te nemen. De kinderen uit zijn eerste huwelijk stuurt hij naar familie in Plassans, daar heeft hij verder geen omkijken naar. De zwangerschap van Renée eindigt trouwens in een miskraam, een uitkomst waar men opgelucht over is.

Met een mooie jonge vrouw als Renée aan zijn arm, kan Aristide goede sier maken en haar geld kan hij gebruiken om te speculeren. Hij gebruikt de kennis van het stadhuis om grond te kopen waar gebouwd zal worden, om die met winst te kunnen verkopen. Het blijft een gok en Aristide komt ook een aantal keren flink in de problemen, maar hij blijft risico’s nemen. Als het lukt en de winst wordt uitgekeerd, is er immers geen groter plezier denkbaar.

Het echtpaar is gearriveerd, ze wonen in een groot nieuw herenhuis bij het nieuwe Parc Monceau en hebben geld als water. 

Plattegrond Parc Monceau in 1790


De arme Renée heeft echter geen andere bezigheid dan de meest fantasierijke toiletten uit te denken en te bestellen bij de couturier (en hierbij enorme schulden te maken). Verder heeft het leven haar weinig te bieden, het hoogtepunt was toen de keizer haar een keer opmerkte en een compliment maakte. 

In deze verveling komt echter verandering als Aristide zijn zoon Maxime, nu een jongen van 21, naar Parijs laat komen.

Deze verwijfde en gedegenereerde jongeman valt in de smaak bij zijn stiefmoeder. Hij adviseert haar over de juiste snit van haar japonnen, gaat mee op visites naar haar vriendinnen en samen maken ze het nieuwe Parijs onveilig. En langzamerhand ontstaat er een ongezonde relatie tussen hen beiden die zelfs uitmondt in een affaire. Een affaire die niet goed kan uitpakken en terwijl de speculaties van Aristide steeds onvoorzichtiger worden, is de kans zeer groot dat ook de relatie tussen Renée en Maxime bekend wordt. Kortom, een faillissement ligt voor iedereen op de loer.

 

Nare mensen

Dit is een boek zonder aardige personages. Daadwerkelijk niemand is sympathiek. Je kunt wel medelijden hebben met Renée, die als naieve jonge vrouw na een verleiding, die waarschijnlijk meer een verkrachting was, zwanger raakte en vervolgens wordt uitgehuwelijkt aan de eerste de beste die een oogje dicht wil knijpen. Renée is opgegroeid in de oude waarden, maar die troosteloze jeugd zonder zonlicht in dat grote sombere herenhuis op het Île Saint Louis, heeft haar niet voorbereid op een huwelijk met Aristide.

Aristide wil maar één ding; geld. Heel veel geld en als het even kan, nog meer geld. Hij is bereid om hiervoor te konkelen, te dreigen, te gokken en te liegen. Met stromannen, geheime kennis en chantage weet hij huizen op te kopen en te prijs vervolgens op te drijven.

Sidonie, zijn zuster, is een vrouw zonder enige moraal. Waar haar broer bevangen is door de zucht naar geld, is zij bezeten van geheimen. Ze kent de geheimen van iedereen en is bereid om alles en iedereen te verkopen om haar invloed uit te kunnen breiden. Ze kent hierbij geen scrupules.

Maxime is een walgelijk sujet. Het is het soort figuur die je eigenlijk het liefst als iets viezigs onder je schoen wil vertrappen. Hij gedraagt zich liederlijk, en gaat zich te buiten aan seks, drank en geld verspillen. Hij laat zich de attenties van zijn stiefmoeder aanleunen, maar is te slap om werkelijk actie te ondernemen. Als ze worden ontdekt, gooit hij maar al te graag de schuld op Renée. Ondertussen gaat hij accoord om te trouwen met een rijke erfgename, maar hij is te laf om dit bij Renée op te biechten. Kortom, hij wil voortdurend van twee walletjes eten.

 

Schrijfstijl

Emile Zola gaat in dit boek helemaal los in de beschrijvingen en dit is wel iets waar je soms even doorheen moet. Bladzijdes lang gaat het over het behang en de ornamenten in het huis, of het snit en de stoffen, de knopen en de ruches van een japon. Het duurde even voor ik door had dat Emile Zola hier natuurlijk een bedoeling mee had, hij doet dit niet zomaar. 

Hij laat op deze manier de protserigheid van zijn personages zien. Dat wanstaltige huis waar geld noch moeite aan gespaard is, maar waar de goede smaak afwezig is, Renée die geen enkele andere bezigheid heeft dan te bedenken hoe breed te revers van haar nieuwe japon moeten worden en Aristide die alleen maar bezig is met schuldbrieven en rentes; het laat allemaal zien hoe leeg hun levens zijn. Ondanks alle (nieuwe) rijkdom, is het armoede troef.

Laat je dus niet afschrikken door de wijdlopige en ellenlange beschrijvingen en bedenk met welke bedoeling Zola dit zo aanpakt.

 

Conclusie

Heel mooi laat Emile Zola alle lijntjes bij elkaar komen op het bal dat Aristide en Renée geven, de Griekse mythes waar hij regelmatig naar verwijst komen terug in de tableaus die worden opgevoerd en verder bereiken het gekonkel en de machinaties van Aristide en Maxime hun koortsachtige hoogtepunt (of dieptepunt, dat kun je ook zeggen).

Heel triest is eigenlijk het einde, want de beide heren Rougon (al heeft Aristide zijn naam veranderd in Saccard) hebben nergens last van en stappen zonder problemen over de brokstukken van de levens van anderen heen. Als zij hun voordeel maar in handen hebben, is de rest voor hen bijzaak. Zij nemen elkaar ook niks kwalijk en herkennen zichzelf in de ander, waardoor ze opperbest samen door één deur kunnen.

Renée trekt echter aan het kortste eind. Bij haar kwamen de burgerlijke waarden waarmee ze was opgevoed regelmatig naar boven en dan schaamde ze zich voor wie ze was geworden. Dit helpt haar echter niks, vader en zoon kunnen haar niet langer gebruiken en Renée blijft achter met haar schuldgevoel, in de steek gelaten door iedereen.

Nee, veel fiducie in de mens had Emile Zola niet.

 

Originele Franse titel: La Curée (1872)

Deze Nederlandse uitgave 2020 door uitgeverij SWP

Nederlandse vertaling: Martine F. Delfos

Bladzijdes: 244

Reacties

  1. Mooie uitgebreide bespreking! Ik vond 'Het Meesterwerk' van Zola echt prachtig en eigenlijk moet ik al zijn werk in volgorde gaan lezen maar het worden wel veel projecten zo. Maar het zit er vast wel een keer aan te komen en daar helpen deze besprekingen goed bij

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Fijn om te horen, Koen, ik begrijp wat je zegt over het project :-), voor mij is dit een van de weinige projectjes die ik doe omdat het zo mooi past bij Frankrijk. (verder probeer ik ze niet echt te hebben)

      Groetjes,

      Verwijderen
  2. Hoi Bettina, een mooie bespreking! Het valt mij op dat je ondanks de nare personages toch enthousiast over het boek bent, meestal heb jij moeite met nare personages volgens mij. Misschien ga ik eens op zoek naar een verfilming van een van de boeken van Zola. Groetjes, Erik

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Emile Zola is niet zo subtiel als ik meestal wil in een schrijver, dat is zeker zo! Ik kan het bij hem toch waarderen omdat hij er zo'n duidelijke bedoeling mee heeft.

      Groetjes,

      Verwijderen

Een reactie posten

Populaire posts