Jardin des Plantes

De geschiedenis van dit prachtige park in Parijs gaat een paar eeuwen terug, om precies te zijn naar 1635 toen koning Lodewijk XIII een botanische tuin liet aanleggen, die ook werd opengesteld voor het publiek. Deze Jardin de Roi groeide langzamerhand en er werden bekende botanisten aangetrokken om de tuin vorm te geven en de collectie uit te breiden. 

Er werden kassen gebouwd om ook tropische planten te kunnen huisvesten en in 1792 kwam de dierentuin van Versailles naar de Jardin des Plantes, waar de olifanten Hans en Parky een thuis vonden (oorspronkelijk van stadhouder Willem V) en giraffe Zarafa (geschonken door Mohammed Ali van Egypte) de rest van haar leven sleet. 

Er zijn nu verschillende tuinen, zoals een alpine tuin en een rosarium, maar je kunt hier meer dan alleen flora en fauna bewonderen. In de Jardin des Plantes staat namelijk ook het Natuurhistorisch museum, dat zich over verschillende gebouwen uitstrekt. Zo is er een tentoonstelling over de evolutie, een geologische afdeling en paleontologische tentoonstelling. Voor ieder wat wils dus. 

De Jardin des Plantes is een heerlijke plek om te wandelen, om te genieten van de vele mooie planten en bloemen, de bijzondere gebouwen en natuurlijk te zitten op de vele bankjes, om te kijken naar de mensen of zelf een boek oid te lezen. 

De toegang tot het park is gratis, maar voor de dierentuin en de musea moet natuurlijk betaald worden. Ik heb er zelf geen gebruik van gemaakt, dus ik heb helaas geen idee wat de toegangsprijs op dit moment is. Je kunt er heel gemakkelijk komen, gewoon door te lopen of door de metro te nemen naar de halte Quai de la Rapée en dan de Pont d'Austerlitz over te steken, naar de ingang van het park.