De buik van Parijs, Emile Zola

Elke ochtend, als de zon nog niet eens op is, komen er karren naar Parijs, vol met voedsel. Een lang defilé van karren hoog opgetast met fruit, groente, vis, vlees, kazen en bloemen, in alle soorten en maten komt naar de plek waar het allemaal verzameld wordt: De hallen, de buik van Parijs. 

Het is hier waar als sinds de Middeleeuwen elke dag vanaf het platteland het eten wordt aangevoerd en verkocht om Parijs te voeden. 

Het is hier waar in de 19e eeuw baron Haussman die de rest van Parijs aanpakte en moderniseerde, nieuwe hallen liet bouwen. Een overdekt wonder van staal en glas, een triomf van industrialisatie en rijkdom. 

Het verhaal

Het is hier waar de hoofdpersoon van dit verhaal aankomt, na een gruwelijke reis vol honger en ellende na zijn ontsnapping uit de Franse strafkolonie in Frans-Guyana. Florent Quenu is een aardige en rechtvaardige man, die echter na de opstanden van 1848 betrokken is geraakt bij een misdaad die hij niet heeft begaan, maar waar hij wel voor wordt veroordeeld. Nu is hij terug in Parijs, na een lift van mevrouw François, die naar Les Halles rijdt om haar voorraad groente af te leveren. Florent heeft een broer die is getrouwd met Lisa Macquart, de kleindochter van Adelaide en Macquart uit Plassans. 

Lisa en Quenu hebben een goedlopende slagerij, tegenover Les Halles. Ze zijn tevreden met wat ze hebben, en genieten van hun goedgevulde beurzen, en goed gevulde magen. Ze wentelen zich genoegzaam in hun dikheid, en in hun afgebakende en bekrompen leventjes. 

Op een broer die een ontsnapte gevangene is, zitten ze dan ook niet echt te wachten, maar uit plichtsbesef verlenen ze hem wel onderdak. Er wordt een achtergrondverhaal verzonnen om de buren tevreden te stellen en een baantje zodat Florent niet de hele dag thuis zit. Florent wordt inspecteur bij de vishallen, maar heeft moeite om onder de visverkoopsters zijn gezag te laten gelden. En eigenlijk wil hij helemaal geen inspecteur zijn.

Florent raakt betrokken bij een groepje dat revolutie en opstand wil, want hij wil een rechtvaardigere wereld. Een wereld waar niemand zo wordt behandeld als hij zelf behandeld is. Hij laat zich verleiden door de praatjes over revolutie en de plannen om Parijs en Frankrijk te veranderen. 

Langzamerhand bereiken echter de roddels van de verkoopster in Les Halles een hoogtepunt (of dieptepunt, net zo je wil) en ook Lisa krijgt de schrik te pakken als ze achter de revolutionaire activiteiten van Florent komt. Hij wordt opgepakt en opnieuw veroordeeld. De handelaren en verkopers in Les Halles zijn er echter van overtuigd dat het fatsoen heeft gezegevierd, en kijken goedkeurend naar hun handel, die ze niet in gevaar willen brengen. Want geld verdienen is al wat telt. 

Schrijfstijl 

Emile Zola weet je bijna te hypnotiseren met de beschrijvingen van al het voedsel dat in Les Halles te vinden is, de opsommingen gaan maar door. Maar net zoals in het tweede deel Buit maken (hier) toen hij losging in de beschrijvingen van meubels en kleren, heeft het hier opnieuw een doel. 

Ten eerste laat het zien hoe duizeligmakend de hoeveelheid voedsel voor Florent is, die al deze rijkdom, deze ladingen voedsel niet gewend is. Hij dwaalt door de hallen en ziet alle soorten groente en fruit, die zijn uitgestald, de zoetwatervissen, de zeevissen, de karkassen en de kazen, de bloemen, de boter. Het is het contrast tussen al deze weelde en de armoede dat schrijnend duidelijk wordt. 

Ten tweede laat het ook hier de oppervlakkigheid zien van de handelaren die het goed gaat, die hun zaak drijven en geld verdienen en die op geen enkele wijze zitten te wachten op revolutie of veranderingen waardoor hun handel in gevaar komt. Oog voor de armen of de onrechtvaardigheid hebben ze niet, alleen hun bekrompen fatsoen telt. 

Heel mooi wordt ook duidelijk dat Les Halles een soort eigen gemeenschap is, een dorp binnen Parijs, waarin iedereen elkaar kent en waarin andere regels gelden. Regels, die Florent niet begrijpt en een wereld waar hij buiten valt, zelfs al komt hij er te werken als inspecteur. 

De Saint Eustache, de kerk aan de noordkant van Les Halles. 

Serie Rougon-Macquart

De buik van Parijs is van het derde deel in de Rougon-Macquart serie die Emile Zola schreef. Ditmaal is de hoofdpersoon niet echt iemand uit de familie zelf, maar een aangetrouwd lid. En waar we eerder de hogere klassen zagen, of in ieder geval de opgeklommen klasse, blijven we hier ferm bij de winkeliers en de handelaren, kortom, bij de kleine burgerij. 

Lisa Quenu, née Macquart is echter uit hetzelfde onsympathieke hout gesneden als de rest van haar familie. Steeds wordt beschreven hoe mooi ze is, en hoe rond en mollig haar armen zijn, maar daaronder huist een stalen inborst die vooral gericht is op eigen comfort en fatsoen. Niks mag haar winkel, haar handel, de orde in haar wereldje of haar status in gevaar brengen. Goed wordt duidelijk dat ze geen enkele moraal heeft, zelfs haar kerkgang is alleen bedoeld om de schijn op te houden 'omdat men dat nu eenmaal doet'. Met geloof, oprechtheid of geweten heeft het werkelijk niks te maken. 

Ook een ander lid van de familie maakt zijn opwachting, een bijrol is namelijk voor Claude Lantier, een neef van Lisa. Claude is schilder en woont ook bij Les Halles, en raakt bevriend met Florent. Het is Claude die Florent uitlegt hoe de wereld volgens hem in elkaar zit, met de dikken die al het lekkers van de tafel eten en de mageren niks gunnen. Het is ook Claude die op het einde verzucht: 'Wat een schurken zijn de fatsoenlijke mensen'. De sympathieke Claude zal terugkeren in het deel Het meesterwerk

Dit is op dit moment het laatste deel dat is uitgegeven in deze serie door uitgeverij SWP, ik hoop dat de andere delen zullen volgen, want ik ben eigenlijk heel benieuwd naar wat er nog meer gebeurt met de verschillende leden van de familie, tegen de interessante achtergrond van de Franse geschiedenis. 

Ik vond dit deel vooral heel erg mooi omdat ik Florent namelijk wel een heel sympathiek persoon vond, al weet je vanaf het begin dat hij het met zijn naïviteit niet zal redden in de harde wereld. Bijzonder leuk vond ik ook dat het zich afspeelde in een stukje Parijs dat ik goed ken, zodat ik het me goed kon voorstellen. Ik ga de volgende keer kijken of ik de straatjes kan terugvinden waar de slagerij moet hebben gestaan!

In de jaren '60 van de 20e eeuw werd de markt trouwens verplaatst naar de buitenwijken van Parijs en in de afgelopen jaren is het gebied opgeknapt en is er een nieuw winkelcentrum gebouw. Het dak van de nieuwe Halles is echt heel erg mooi en doet denken aan grandeur van Les Halles die er eens heeft gestaan. 



Originele Franse titel: Le ventre de Paris (1873)

Deze Nederlandse uitgave 2020 door uitgeverij SWP

Nederlandse vertaling Martine F. Delfos

Bladzijdes: 246

Reacties

  1. Ik ben heel snel door je bespreking heengegaan en de vorige heb ik niet naar doorgeklikt want daar ben ik nu in bezig; ik wil me niet teveel laten afl;eiden door jouw mening, maar ik ga ze nog eens aandachtig doornemen hoor. Maar het is een mooie serie en ik hoop dat de andere delen snel zullen volgen!

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Lekker doorlezen, ik ben benieuwd naar jouw besprekingen! (en ja, ik hoop snel meer delen).

      Groetjes,

      Verwijderen

Een reactie posten

Populaire posts