De zeven levens van Rome, Robert Hughes


In ‘De zeven levens van Rome’ beschrijft Robert Hughes de cultuurgeschiedenis van Rome. De titel is een verwijzing van de Nederlandse uitgever naar de zeven heuvels waar Rome op gebouwd is, want in het boek komen ze nergens voor, het is niet verdeeld in zeven periodes of iets dergelijks. De oorspronkelijke titel is dan ook gewoon ‘Rome’, maar dat terzijde.
In mei 1959 komt Robert Hughes er voor de eerste keer en wordt meteen gegrepen door deze ongrijpbare stad. De stad waar het leven zich afspeelt op de markten en de pleinen, waar op elke straathoek de geschiedenis van eeuwen te vinden is, de stad die invloed heeft gehad en nog steeds heeft op landen en levens.
Hughes beschrijft de stichting van de stad, de Etruskische invloed op de Romeinen, de opkomst van het christendom en hoe Rome in de middeleeuwen bijna synoniem werd met de pausen (hoewel die ook heel vaak niet in Rome te vinden waren) de bouwkunst uit de Renaissance die het voorbeeld vond in de oudheid. Het hoofdstuk over de barok is een lofzang op Bernini waar ik het alleen maar mee eens kan zijn.

De laatste hoofdstukken gaan over de invloed die Rome heeft op de kunst in Europa in de 18e eeuw als Rome het eindpunt is van de Grand-Tour, en vele kunstenaars hun inspiratie halen uit de voorbeelden die in Rome overal te vinden zijn.

In de 19e eeuw zie je dat de moderne ontwikkelingen te snel gingen voor de pausen die hun rol van kerkelijk én wereldlijk leider wilden behouden en weigerden in te zien dat hun macht en de pauselijke staten niet meer bestonden en als reactie een conservatisme in het leven riepen, door bijvoorbeeld de syllabus van dwalingen of de index van verboden boeken, dat ervoor zorgde dat de kerk nog altijd een beetje achteraan loopt als het om moderne ontwikkelingen gaat.

Tot slot vertelt Hughes over de twintigste eeuw, als het futurisme opkomt en natuurlijk het fascisme en hij laat zien hoe hij de stad nu ziet, nu hij er niet meer als naïeve Australiër, vers van de boot om maar te zeggen, voor het eerst is, maar beter weet hoe de stad in elkaar zit.

Robert Hughes beschrijft de veranderingen in de stad, de mensen die een rol speelden in haar geschiedenis en haar gevormd hebben. Hij vertelt de anekdotes en de weetjes en stopt er af en toe een heel leuke vergelijking in, zo zegt hij dat de zoektochten van Brunelleschi en Donatello die samen de ruines in Rome onderzoeken, een soort buddymovie van het Quattrocento geweest moeten zijn. Het leest geweldig, en je merkt dat
Robert Hughes van deze verwarrende, grootse en meeslepende stad houdt, hoewel hij niet blind is voor de fouten, de verschrikkelijke dingen en de rampen die er hebben plaatsgevonden, veroorzaakt door mensen, organisaties of bewegingen.
Piazza Navona, Rome
Foto door mij gemaakt in 2011
Robert Hughes houdt van de persoonlijke anekdotes, de dramatische gebeurtenissen en het grote verhaal. Dit was al te merken in een van zijn vorige boeken ‘De fatale kust’, waarin hij de geschiedenis van de Engelse kolonisten in Australië vertelt.

De zeven levens van Rome’ is geen erg objectieve geschiedenis, Hughes geeft duidelijk zijn mening, hij overdrijft en slaat dingen over. Dat is logisch, want uit 3000 jaar geschiedenis moet je keuzes maken en dingen benadrukken en andere weglaten. Bovendien gaat het hem er niet om een volledige geschiedenis te vertellen, hij wil de invloed van Rome laten zien, de mentaliteit en de ideeën die een rol speelden in Rome en daarmee in Europa.

Dit is zijn persoonlijke kijk op Rome. Alleen als hij het over de kruistochten heeft slaat hij een beetje door, het lijkt erop dat hij dan wat onverwerkte katholieke frustratie van zijn jeugd moet afreageren, en het heeft niet zoveel meer met de geschiedenis van de stad te maken.
Maar als je dit in je achterhoofd houdt, is ‘De zeven levens van Rome’ een must voor elke Rome liefhebber.

Reacties

Populaire posts