Tentoonstelling: Van Gogh en Japan

Courtisane (naar Eisen)
1887
Halverwege de 19e eeuw gingen de deuren van Japan voor het westen open en dit zorgde voor een Japanse rage in Europa. Vooral Japanse kleinoden en kunst waren razend populair, niet zo heel erg in Nederland, maar natuurlijk wel in Parijs. Toen Vincent van Gogh in Parijs kwam, raakte hij in de ban van deze mode en langzamerhand begon hij de Japanse kunst als een groot voorbeeld te zien.

Hij kocht meer dan 600 Japanse prenten en probeerde de Japanse principes toe te passen in zijn eigen werk. Hij zoomde in op details, gebruikte grote kleurvlakken, sneed een onderwerp soms op een ongebruikelijke manier af en speelde met het perspectief, net zoals hij in zijn geliefde Japanse prenten zag.

Voor van Gogh waren de Japanse kunstenaars een voorbeeld. Niet alleen in hun techniek, maar ook hoe ze bezig waren met hun kunst. Hij had het idee dat Japanse kunstenaars als een soort monniken samen leefden en werkten en van elkaar leerden. De kunstenaarsgemeenschap die hij in 1888 in Arles op wilde zetten, was zijn versie van dit Japanse voorbeeld. Helaas is dit nooit van de grond gekomen.

In het Van Gogh museum is er nu een tentoonstelling waarin heel duidelijk wordt wat de invloed van de Japanse kunst op de kunst van Vincent was. En als je de Japanse prenten naast de werken van Van Gogh ziet, dan zie je die inspiratie heel duidelijk in de verschillende elementen van zijn schilderijen. Maar het is ook heel duidelijk dat Van Gogh absoluut niet Japans was in zijn werken, er is geen sprake van gestileerde verstildheid en van Zen is helemaal geen sprake.
Amandelbloesem, 1890
Als ik eerlijk ben, houd ik zelf niet van Japanse kunst. De prenten vind ik flets, de figuren in het beste geval lelijk, in het ergste geval afzichtelijk. Maar ik houd wél van Van Gogh en toen ik de twee vormen naast elkaar zag, bevestigde dit voor mij weer dat Van Gogh zo zijn eigen stijl heeft, dat hij die zelfs in zijn manische geobsedeerdheid niet kan verbergen. Aan alle kanten blijft Van Gogh er zelf doorheen schemeren en dat is maar goed ook.

Als hij de Japanners alleen maar had gekopieerd, waren zijn schilderijen lang zo mooi niet geweest, maar het gebruik van de Japanse principes maken zijn schilderijen ontzettend mooi. Ik vond het vooral heel bijzonder om de bekende werken in een nieuw perspectief te zien.

Heel triest dat Van Gogh door zijn ziekte niet meer geloofde in zijn ideaal om andere kunstenaars te helpen zich te ontwikkelen. Toen hij eenmaal in de inrichting zat, had hij het hier bijna niet meer over. De Japanse droom was nu een pijnlijke herinnering geworden.

De tentoonstelling Van Gogh en Japan is nog tot 24 juni 2018 in het Van Gogh museum te zien.

Reacties

  1. Hoi Bettina, ik weet ook niet zo veel van de Japanse kunst, maar ik heb Ă©Ă©n boek in mijn bezit dat ik werkelijk prachtig vind: Hiroshige & Eisen: The Sixty-Nine Stations along the Kisokaido (Duitsland, 2017): 191 blz: Uitgeverij Taschen
    Dit boek kwam ik toevallig tegen bij mijn wekelijkse rondje langs de boekwinkels en ik was op slag verkocht. Ik weet natuurlijk niet of dit boek jou ook boeit, maar ik zou er zeer zeker eens in kijken. Groetjes, Erik

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Ik sluit niet uit dat er mooie Japanse kunst is, zo zag ik laatst in het Rijksmuseum wel wat moois, maar over het algemeen kan het me niet bekoren. Maar dank voor deze tip, misschien dat zelfs ik hier veel moois in weet te vinden :-)

      Groetjes,

      Verwijderen

Een reactie posten

Populaire posts