Kom, Atir, kom, Agnita de Ranitz

In 1826 gaf de pasja van Egypte een giraffe aan koning Karel X van Frankrijk. Het dier werd verscheept naar Marseille, tezamen met haar twee verzorgers, Hassan en Atir. De laatste kwam uit de Soedan en was als zwarte man zelf ook een bezienswaardigheid in Frankrijk. 

Uit Parijs kwam de beroemde geleerde en zoöloog Etienne Saint-Hilaire, om de reis in goede banen te leiden. Het was namelijk niet niks. Men kon niet reizen per boot of per wagen en de tocht zou te voet gemaakt moeten worden. 

Onderweg zou de giraffe veel bekijks trekken, want het is de eerste giraffe die voet op Franse bodem zette. In elke stad moest er onderdak gevonden worden en moesten er plechtigheden en feestelijke bijeenkomsten afgewerkt worden. 

En dat terwijl de giraffe heel en gezond moest blijven, want het kon natuurlijk niet zo zijn dat een koninklijk geschenk halverwege de reis het loodje legde. 

Saint-Hilaire zat niet te wachten op de zwarte verzorger en was eigenlijk van plan hem meteen vanuit Marseille terug te sturen. Het bleek echter dat het toch echt de bedoeling was dat Atir meeging naar Parijs en Saint-Hilaire schikte zich mokkend. Hij nam zich voor om zich zo weinig mogelijk aan te trekken van de man die volgens hem niet helemaal goed bij zijn hoofd was. 

Ook Atir had niet veel vertrouwen in de dikke, oude man die per se voorop wilde lopen terwijl hij dat amper kon volhouden en bovendien helemaal niks van giraffe's wist. 

In de tweeënveertig dagen die de tocht duurde, had Saint-Hilaire de kans om de giraffe Zarafa te bestuderen. Hij raakte onder de indruk van het vriendelijke karakter van het dier en moest zijn opinies bijstellen. Ook zijn mening over Atir veranderde, hij besefte dat Atir veel goede eigenschappen had en hem iets kon leren over Zarafa. 

Atir op zijn beurt raakte steeds meer gesteld op de oude man, die veel vriendelijker was dan hij had gedacht en bovendien bereid was om zijn kennis te delen en Atir te helpen met sommige zaken. 

Naarmate de twee mannen elkaar beter leerden kennen, groeide er respect en zelfs vriendschap. 

Deze tocht van Marseille naar Parijs met een giraffe heeft in 1826 echt plaatsgevonden. Agnita de Ranitz heeft de tocht grotendeels zelf afgelegd (per auto) en heeft alle plekken waar Atir, Saint-Hilaire en Zarafa zijn geweest, met eigen ogen gezien. Ook heeft ze in Kenia giraffes bestudeert, zodat ze Zarafa zo natuurgetrouw mogelijk kon weergeven. 

Keurig geeft ze achterin aan waar ze een wijziging in de route heeft aangebracht of waar ze Saint-Hilaire een ontmoeting heeft laten hebben met iemand die niet heeft plaatsgevonden. 

Ik moest heel even in het boek komen, want ik vond de stijl in de eerste instantie niet zo mooi. Er stonden teveel bijvoeglijke naamwoorden in de eerste hoofdstukken en dit stoorde mij erg tijdens het lezen. 
Dit verandert echter al snel, als Saint-Hilaire richting Marseille gaat en zijn beschutte leventje opgeeft voor avontuur en ontberingen (nou ja, toch wel een beetje). 

Heel mooi vond ik gedaan hoe Atir en Saint-Hilaire eerst tegen elkaar aankijken en hoe dit langzaam verschuift en verandert. Vooroordelen en minachting maken plaats voor respect en vriendschap als ze elkaar beter leren kennen. En in dat opzicht heeft dit historische verhaal een heel actuele boodschap. 

Ik ben blij dat ik heb doorgezet, want ik vond Kom, Atir, kom meer dan de moeite waard. De beschrijvingen van de tocht zijn zo dat je  de ontvangsten in de verschillende steden zo voor je ziet en je begrijpt welke indruk zo'n vreemd dier gemaakt moet hebben. Ook de manieren waarop iedereen probeert om Zarafa gezond te houden in dit vreemde en natte klimaat zijn roerend. Iedereen deed enorm zijn best en de beschrijving van de regenjas met capuchon vond ik geweldig. 

Het lot van Zarafa is wel triest, want een tweede giraffe is er niet gekomen en zij heeft dus de rest van haar leven in Parijs alleen doorgebracht. 
Wel is Atir bij haar gebleven en dit einde vond ik ontroerend, de twee mannen die elke avond samen op een bankje in het park zitten, als vrienden en gelijken. 

Uitgegeven in 2020 door uitgeverij De brouwerij
Bladzijdes: 328

Reacties

  1. Hoi Bettina, een mooie bespreking! Het verhaal kwam mij bekend voor en het blijkt dat op de leesclub van alles ook een bespreking heeft gestaan: https://deleesclubvanalles.nl/recensie/kom-atir-kom/. Die recensent was duidelijk minder enthousiast, maar smaken verschillen natuurlijk. Groetjes, Erik

    BeantwoordenVerwijderen

Een reactie posten

Populaire posts