Autobiografie van mijn moeder, Violaine Huisman

Violaine groeide samen met haar zus op bij haar moeder. Geen gemakkelijke jeugd, was moeder was extreem in alles en kende geen maat. Hun moeder was namelijk manisch-depressief. 

Als ze boos was, verging de wereld, als ze vrolijk was, verbleekte de zon in haar aanwezigheid. Reinheid, rust en regelmaat zei hun moeder helemaal niets en dat vond ze ook niet belangrijk. Ze kocht sigaretten per slof omdat ze onafgebroken rookte, kon alle meubels aan de kant schuiven om een balletvoorstelling in de woonkamer te geven en dronk zoveel en nam zoveel pillen in dat Violaine en haar zusje al precies wisten hoe ze de ambulance moesten bellen als het hen zelf niet lukte om moeder weer bij te brengen uit haar bewusteloosheid.

Chaos en onzekerheid liepen als een rode draad door hun jeugd. Als kleine meisjes waren Violaine en Elsa doodsbang dat hun moeder zou verdwijnen, dat er iets ergs zou gebeuren en ze hun moeder nooit meer zouden zien. Voor hen leek het alsof hun liefde het enige was dat hun moeder overeind kon houden. 

Pas als ze ouder zijn en hun eigen weg in de wereld moeten zoeken, beseffen ze dat ze voor hun eigen gezondheid afstand moeten nemen. Violaine vertrekt naar New York waar ze gaat wonen en werken. Ze komt wel regelmatig terug naar Frankrijk en ziet dan ook haar moeder, net zoals haar zus, maar de afstand doet hen goed. 

Tot de dag dat Violaine een telefoontje van haar zus krijgt dat hun moeder is overleden. Violaine keert terug naar Parijs en samen met haar zus regelen ze de uitvaart en de uitstrooiing van de as in Senegal, omdat hun moeder haar laatste jaren vooral had doorgebracht in Dakar. Hier had ze een bepaalde rust gevonden en werd ze vooral gezien als die excentrieke Française, en niet als dat gekke mens.

Autobiografie van mijn moeder is een indrukwekkend en indringend verhaal. Het bestaat uit drie delen. In het eerste deel vertelt Violaine Huisman over haar eigen jeugd, en de chaos en onvoorspelbaarheid van hun onberekenbare moeder staat hier centraal. Tegelijkertijd zijn er ook goede dingen, want hun moeder steunt haar dochters onvoorwaardelijk en ze probeert wel een goede moeder te zijn. In ieder geval om hen een betere jeugd te geven dan ze zelf heeft gehad. 

In het tweede deel staat het leven van moeder Christine zelf centraal. Haar geboorte als resultaat van een verkrachting, de moeilijke relatie met haar moeder, de vele kinderziektes waardoor ze soms maanden in het ziekenhuis lag en daarna het harde leven van een danseres die altijd door de pijngrens moet gaan. 

Haar eerste huwelijk was met een fijne man en even leek het leven Christine toe te lachen. Een lieve man die van haar hield, een hond en een goedlopende dansschool. Tot ze de man tegen kwam die haar tweede echtgenoot werd, de vader van haar twee dochters zou worden, en een enorme hoop chaos in haar leven zou brengen. Hij was afkomstig uit een zeer elitair gezin en er was geld genoeg. Tegelijkertijd was het hem onmogelijk om trouw te blijven, introduceerde hij drank en pillen in het leven van Christine en was het duidelijk dat dit niet lang goed zou gaan. De geboorte van de twee meisjes leek even een rustpunt te zijn, maar zelfs hun komst was niet voldoende om deze twee mensen op het rechte spoor te houden. 

Na de scheiding ging Christine op zichzelf wonen en voedde ze zelf haar twee dochters op. 

In het derde deel van het boek vertelt Violaine over de dood van hun moeder en hoe ze dit hebben moeten afhandelen en verwerken. 

Autobiografie van mijn moeder is een ontstellend eerlijk boek, maar ik denk ook een boek dat Christine had kunnen waarderen. De waarheid ging ze nooit uit de weg. 

Heel knap neem Violaine afstand van het leven van haar moeder om het te kunnen beschrijven, maar daarmee ook van haar eigen jeugd. Zeker als er zoveel is gebeurd, is het niet gemakkelijk om iets van een afstand te bekijken. 

Het eerste deel is trouwens niet objectief te noemen. Het verhaal wordt over je uitgestort, zodat je mee wordt genomen in de chaos die Violaine en haar zus elke dag hebben ervaren.  De tirades die hun moeder regelmatig houdt, zijn tekenend. 

In het tweede en derde deel is de toon anders, veel meer beschouwend en beschrijvend, meer verhalend. Er wordt geen oordeel gegeven en duidelijk wordt dat Christine sommige dingen gewoon niet bij machte was, maar wel haar best heeft gedaan. 

Geen boek om gezellig of even snel te lezen, maar een boek dat behoorlijk op je inwerkt. 

Het boek staat dit jaar trouwens op de longlist van de International Booker Prize.


Originele Franse titel: Fugitive parce que reine (2018)

Nederlandse uitgave 2018 door uitgeverij De Geus

Nederlandse vertaling: Sanne van der Meij

Bladzijdes: 251

Reacties

Populaire posts