De zwarte met het witte hart, Arthur Japin
Nederland bezat in de 19e eeuw een kolonie,
eigenlijk meer een handelspost, in de Afrikaanse Goudkust, in het tegenwoordige
Ghana. Hier hadden ze onder andere het fort Elmina. Nederland kon soldaten
gebruiken voor Nederlands-Indië en sloot hiervoor een verdrag met de koning van
de Ashanti om deze soldaten te leveren. (in de praktijk kwam dit trouwens neer
op slavenhandel, maar dat terzijde)
Kwame wilde vooral terug naar zijn eigen land. Hij wilde niet studeren, hij wilde naar huis. Toen hij echter in Elmina aankwam, bleek hij hier niet meer te kunnen aarden. Hij was te Nederlands geworden. Ook Ghana was zijn land niet meer.
Kwasi ging naar Nederlands-Indië om daar als mijnbouwkundige aan het werk te gaan, maar hij bleef de positie van assistent houden, promotie kreeg hij niet. Pas veel later zou hij erachter komen wat hierachter school.
Het is ten eerste een roman over Nederland in de 19e eeuw, toen we een grote koloniale mogendheid waren. Westerse landen wilden graag hun morele en culturele superioriteit laten zien en zagen het als hun opdracht de westerse beschaving te verspreiden over Azië en Afrika. Nederland stond hierin trouwens niet alleen. Aanzien en winst waren beiden belangrijk.
Als onderdeel van het verdrag werden het zoontje van de
koning van de Ashanti en zijn neefje meegenomen naar Nederland.
Kwasi (Aquasi) en Kwame (Quiama) waren op dat moment jochies
van ongeveer tien jaar en zij kwamen terecht op een kostschool in Delft. Hier
kregen ze een degelijke opleiding in de hoop dat ze eens terug zouden gaan naar
Ghana om daar het christelijk geloof te verspreiden en het land te helpen
ontwikkelen naar de westerse maatstaven.
De jongetjes werden regelmatig uitgenodigd aan het hof en
raken bevriend met koningin Anna Paulowna en haar dochter Sophie. Deze
vriendschap zou hun hele leven blijven duren.
De jongens waren heel verschillend. Kwasi wilde vooral
ergens thuishoren en niet opvallen. Hij was bereid alles te doen en alle
vernederingen te ondergaan om dat te bereiken. Hij nam steeds meer afstand van
zijn Afrikaanse wortels. Kwame wilde koste wat het kost zijn eigen identiteit
houden. De uitzonderingspositie waarin de beide jongens zaten voelde hij als
een enorme vernedering.
Toen ze ouder werden, raakten de jongens steeds verder van
elkaar verwijderd. Kwasi ging mijnbouw in Delft studeren en reisde door Weimar
om Sophie op te zoeken en verder te studeren. Kwame wilde vooral terug naar zijn eigen land. Hij wilde niet studeren, hij wilde naar huis. Toen hij echter in Elmina aankwam, bleek hij hier niet meer te kunnen aarden. Hij was te Nederlands geworden. Ook Ghana was zijn land niet meer.
Kwasi ging naar Nederlands-Indië om daar als mijnbouwkundige aan het werk te gaan, maar hij bleef de positie van assistent houden, promotie kreeg hij niet. Pas veel later zou hij erachter komen wat hierachter school.
De zwarte met het
witte hart van Arthur Japin is
één van de mooiste boeken die ik ken. Ik heb het boek nu weer herlezen en ook
bij opnieuw lezen is dit boek weer even indrukwekkend.
Het is ten eerste een roman over Nederland in de 19e eeuw, toen we een grote koloniale mogendheid waren. Westerse landen wilden graag hun morele en culturele superioriteit laten zien en zagen het als hun opdracht de westerse beschaving te verspreiden over Azië en Afrika. Nederland stond hierin trouwens niet alleen. Aanzien en winst waren beiden belangrijk.
Ten tweede is het een roman over twee jongens die elk een
andere manier hebben om een plek voor zichzelf te vinden en hun eigen
identiteit te houden. Kwasi probeerde aan alle Nederlandse/westerse normen te
voldoen en Kwame probeerde zijn Afrikaanse wortels in ere te houden.
Beiden merkten dat dit niet werkte. Kwasi zou nooit Nederlands genoeg zijn en Kwame zou nooit Afrikaans genoeg blijven. Door de jongens (uit welke motieven ook) weg te halen uit hun vaderland en hun cultuur, werden ze eigenlijk gedoemd tot isolement. Ze zouden nooit meer ergens thuis zijn, nooit ergens bij horen.
Beiden merkten dat dit niet werkte. Kwasi zou nooit Nederlands genoeg zijn en Kwame zou nooit Afrikaans genoeg blijven. Door de jongens (uit welke motieven ook) weg te halen uit hun vaderland en hun cultuur, werden ze eigenlijk gedoemd tot isolement. Ze zouden nooit meer ergens thuis zijn, nooit ergens bij horen.
Portret van Kwasi Boachi |
De eenzaamheid van beide jongens is hartverscheurend en
blijft nog lang bij je als je het boek al uit hebt.
Oorspronkelijke uitgave: 1997
Aantal bladzijdes: 400
Ik was even bang dat het je bij herlezing tegen zou vallen, maar gelukkig: nog steeds even mooi. Het boek is ook in het Engels verschenen en ik heb het in het verleden aan meerdere buitenlanders aanbevolen, als ze eens iets uit Nederland wilden lezen. Ooit ga ik het ook herlezen.
BeantwoordenVerwijderenIk had niet verwacht dat ik opnieuw zó ontroerd zou raken door Kwasi en Kwame. Maar ik ben er wel heel blij om, soms heb je een boek dat bij herlezing tegenvalt, maar daar was hier absoluut geen sprake van.
Verwijderengroetjes,
Ja, dit vond ik ook een heel mooi boek. Ik denk wel het mooiste van Japin.
BeantwoordenVerwijderenVoor mij is dit ook de mooiste van Japin, hoewel ik andere van hem ook mooi vond.
Verwijderengroetjes,
Ja, een fantastisch boek. Alleen al omdat het voor een groot stuk in mijn geboortestad Delft speelt en zo wel héééél dichtbij kwam voor mij. Mmm, ik ga het misschien ook nog eens herlezen, je brengt me op een idee (en zo hoort het!)
BeantwoordenVerwijderenZo af en toe een heel mooi boek herlezen is heerlijk. Ik heb hier opnieuw zó van genoten! En erom gehuild, dat ook.
VerwijderenIk kan me voorstellen dat als je de stad goed kent waar een deel van het verhaal zich afspeelt het nog meer bijzonder is.
groetjes,