Ook jij zult stralen, Giuseppe Catozzella

Pietro is twaalf jaar oud en woont met zijn zus en vader in Milaan. Hun moeder is kort geleden overleden al wil Pietro hier nog niet echt aan, voor hem is zijn moeder gewoon ergens anders naar toe gegaan en zal ze ooit weer terugkomen.

De familie komt niet uit Milaan, maar ze komen uit het zuiden. In het zuiden van Italie was er teveel armoede en geen werk en daarom zijn zij, samen met heel veel anderen uit Sicilie en Calabrie naar het noorden gegaan. Hier worden ze niet met open armen ontvangen, men kijkt neer op de zuiderlingen en neemt ze kwalijk dat ze banen en woningen innnemen.

In de zomer gaan Nina en Pietro naar opa en oma die nog in het kleine dorp wonen waar een grenzeloze armoede heerst. De enige die nog een flink stuk land heeft is de grootgrondbezitter Rocco, die alle andere landerijen heeft vergiftigd zodat hij op zijn land alles kan verbouwen. Anderen zijn bij hem in dienst voor een schijntje.

Het duurt altijd weer even voor Pietro en Nina hun weg hebben gevonden en zich thuis voelen in het dorp. Pietro moet de aansluiting weer vinden met zijn oude vriendje Refe, die ondanks zijn jonge leeftijd al op het land werkt en bijna geen scholing heeft gehad. Hij spreekt geen Italiaans, alleen dialect en kan alleen zijn naam schrijven.

Pietro is degene die als eerste de vreemdelingen opmerkt die zich schuilhouden in de oude toren, een familie die duidelijk uit een ver land komt. De vreemdelingen worden niet heel hartelijk welkom geheten, want de dorpelingen zijn bang dat de vreemdelingen problemen zullen opleveren en dat waar er een familie is, er spoedig meer zullen volgen. 

Met tegenzin wordt de familie opgedeeld en opgenomen door verschillende families en langzaam went men aan hun aanwezigheid. Even lijkt het er zelfs op dat er door de vreemdelingen een nieuw elan ontwaakt in het dorp, maar helaas wordt dit door corruptie en verraad in de kiem gesmoord.

Pietro is degene die ons dit verhaal vertelt en doet dit natuurlijk vanuit zijn eigen perspectief. Over het algemeen vond ik dit heel mooi gedaan. De stem van een kind dat wel veel ziet, maar nog niet alles begrijpt wordt goed getroffen.

Mooi wordt de discrepantie duidelijk tussen de weerzin tegen vreemdelingen die op zoek zijn naar betere omstandigheden en het feit dat velen die daar zo tegen zijn zelf ook vreemdelingen waren op zoek naar betere omstandigheden. Niet alleen uit Italie, maar uit heel Europa zijn er mensen naar andere landen in Europa, naar de Verenigde Staten of naar een ander deel van het eigen land om werk te zoeken dat er in de eigen regio niet te vinden was.

Tegelijkertijd is ook heel begrijpelijk dat als je zelf niets hebt en amper rond kunt komen, je niet zit te wachten op nog meer monden om te voeden. Medemenselijkheid en empathie zijn vaak de eerste dingen die sneuvelen als eigen lijfsbehoud in het geding komt. Dat is heel jammer, maar misschien ook menselijk. Al zie je dat als de vreemdelingen minder vreemd worden, ze meer menselijk worden in de ogen van de bewoners en daarom ook meer medeleven en zelfs vriendschap verdienen.

Het glimmertje hoop dat opkomt, het uitzicht op een betere toekomst wordt gesmoord en de vreemdelingen zijn het slachtoffer. Zij verlaten het dorp en komen er nooit meer terug, en laten geen sporen achter alsof ze er nooit zijn geweest. Maar misschien komen er toch weer anderen.

Ik vond dit een mooi boek, met een boodschap die tot nadenken stemt. Zijn we niet allemaal vreemdelingen en kun je het een ander kwalijk nemen wat jijzelf ook hebt gedaan?

Wat me schokte was de armoede die er in het zuiden van Italië nog altijd heerst en die nog altijd hetzelfde lijkt als honderd jaar geleden. Waar de mensen niet leven, maar alleen maar bestaan en waar de kinderen amper scholing krijgen en op die manier dus ook geen kans hebben om hun leven echt te verbeteren.

De tweede verhaallijn die door dit boek loopt is dat van Pietro die het verlies van zijn moeder moet zien te verwerken. Zijn geloof dat ze er nog wel is en af en toe terugkomt om met hem te praten of hem advies te geven is ontroerend.

Misschien had er in het einde nog iets meer gezeten, want nu was het wel een beetje abrupt met alle vreemdelingen die weggingen en Pietro die opeens een stap zette om te accepteren dat zijn moeder niet terug zou komen en besloot om te leven. Maar dat is het enige minpuntje in deze verder erg mooie Italiaanse roman.

Originele Italiaanse titel: E tu splendi (2018)
Nederlandse uitgave 2019 door uitgeverij De Geus
Nederlandse vertaling: Manon Smits
Bladzijdes: 216

Reacties

Populaire posts