Kom, roep het van de bergen, James Baldwin

John Grimes groeit op in de jaren ’30 in New York. Zijn vader is prediker in hun Pinkstergemeente waar de nadruk ligt op zonde en waar elk mens persoonlijke Verlossing nodig heeft, een ervaring met God die aangeeft dat je nu op Gods pad wandelt en de duivel links laat liggen.

Johns vader heeft alle genegenheid die zijn vrouw en kinderen voor hem konden voelen eruit geslagen met zijn hardhandige methodes. Hij mag dan een man van God zijn in zijn eigen ogen en in die van de Gemeente, voor zijn familieleden is hij dat zeker niet. En John weet één ding zeker, als een ontmoeting met God ervoor zorgt dat hij meer op zijn vader gaat lijken, zit hij er niet op te wachten.

We maken één dag in John’s leven mee, zijn veertiende verjaardag. Er is niet veel aandacht voor deze bijzondere dag, hoewel zijn moeder hem wel wat geld geeft om iets voor zichzelf te kopen. Hij gaat naar de bioscoop, in de zalige en onrustige wetenschap dat dit streng verboden is en voor de meeste leden van de Gemeente een duidelijk teken dat hij voor de duivel heeft gekozen.

Ondertussen blijkt dat John’s broer Roy, zichzelf heeft laten neersteken tijdens allerlei akkefietjes die het daglicht niet kunnen verdragen en als John thuiskomt is de meeste aandacht voor Roy, niet voor John.  

‘s Avonds maakt John de kerk schoon voor de gebedsdienst die daarna begint, en dan krijgt hij, ondanks zijn tegenstand, toch zijn religieuze ervaring, de persoonlijke aanraking van God. Dit is een keerpunt, een moment waarop John zijn oude zelf achter zich laat en een nieuw mens wordt.

Helaas is dit natuurlijk niet zo gemakkelijk als het lijkt, het is maar al te duidelijk dat er voor John in werkelijkheid weinig veranderd is. Zijn vader, die toch extatisch zou moeten zijn nu zijn zoon nu God heeft leren kennen, heeft nog altijd een hekel aan hem en zijn moeder is nog altijd niet in staat om tegen haar echtgenoot in te gaan.

De vraag is dan ook of de verandering voor John blijvend zal zijn of dat het pad van de zonde (ofwel, alles buiten de Pinkstergemeente) hem uiteindelijk definitief zal overhalen? John voorvoelt dit zelf ook al wel een beetje, als hij met zijn vriend Elisha praat:
Elisha,’ zei hij, ‘wat er ook met me gebeurt, waar ik ook heen ga, wat mensen ook over me zeggen, ongeacht wie of wat, vergeet niet… vergeet alsjeblieft niet… dat ik verlost was. Ik ben er echt geweest.’

We leren deze dag niet alleen John kennen, maar ook de levensverhalen van zijn tante Florence, zijn vader en zijn moeder krijgen we te horen. Hoe zij vanuit het zuiden naar het noorden vertrokken in de hoop op een beter leven, om tot de ontdekking te komen dat er voor zwarte mensen nergens echt plaats is in de blanke maatschappij waar zij er helemaal bij horen en nooit bang hoeven te zijn.
Uiteindelijk bleek er geen groot verschil te zijn tussen de wereld van het Noorden en die van het zuiden, waaruit ze waren weggevlucht; er was maar één verschil: het Noorden beloofde meer.

In het Zuiden kon een zwart meisje meegenomen worden door een groep blanke mannen die haar een middag lang verkrachtten, maar in het noorden kon een zwarte jongeman afgeranseld worden door blanke politieagenten die een bekentenis wilden.

Tante Florence had haar hele leven op moeten geven omdat haar broer vóór ging en toe ze eindelijk naar het Noorden vertrok, trouwde ze met een man waar ze ook niet bepaald een gemakkelijk leven mee had.

Gabriel had zijn hele jeugd gedronken, gedobbeld en achter de meiden aangezeten, tot hij Verlost werd en prediker werd in de kerk. Maar ondanks zijn nieuwe vrome manier van doen, is hij zijn oude streken nog niet vergeten, hij is er alleen heel goed in om zichzelf te vertellen dat God hem heeft vergeven en hem heeft uitgekozen om een zoon te krijgen die zijn werk voort zal zetten.

Elizabeth groeit op bij een liefdeloze tante en als ze Richard ontmoet gaat ze met hem naar het Noorden. Er is hoop en er is liefde, maar nadat Richard wordt gearresteerd terwijl hij onschuldig is, knakt er iets voorgoed in hem en hij komt deze ervaring niet te boven. Elizabeth moet verder met haar leven en denkt de oplossing te hebben gevonden als ze Gabriel tegenkomt, een man van God die goed voor haar en hun kinderen zal zorgen.

Het verhaal van John is ook grotendeels het verhaal van James Baldwin zelf, die ook opgroeide bij een hardvochtige vader en gebukt ging onder de strenge leefregels van een Pinkstergemeente. Hijzelf is later naar Parijs gegaan, om te ontkomen aan het racisme in de Verenigde Staten en zichzelf te kunnen zijn. In Parijs schreef hij dit debuut, naar eigen zeggen het boek dat hij moest schrijven vóór hij iets anders kon schrijven.

Religie en de rassendiscriminatie zijn belangrijke elementen die ook in andere boeken terug zullen komen. Voor de goed verstaander zijn er hier ook al verwijzingen naar homoseksualiteit, maar dit is heel subtiel en verborgen en voor hetzelfde geld lees je erover heen.

Ik vond Kom, roep het van de bergen een heel erg mooi, maar ook een zeer triest boek. De armoede, het racisme, de vreugdeloosheid van hun vorm van geloof en de algehele uitzichtloosheid van hun bestaan vormen een combinatie waaruit bijna geen ontsnapping mogelijk is. Vooral het verhaal van Richard en Elizabeth raakte me enorm en de onrechtvaardigheid van hun situatie vond ik schrijnend. Maar ook iemand als Gabriel vond ik uiteindelijk triest, hoe hypocriet hij ook was. Ook hij had niet het leven waar hij op gehoopt had.

James Baldwin schrijft met een intense stijl, die je oppakt en meeneemt en die ervoor zorgt dat de mensen voor je gaan leven. Ik wilde John bij de hand nemen en ik kon alleen maar hopen dat hij wel in staat zal zijn om een gelukkig leven voor zichzelf te maken, en los te komen van de omstandigheden, hoewel die kans niet groot is als je kijkt naar de familiegeschiedenis.

Ik hoop dat uitgeverij De Geus nog meer boeken van James Baldwin gaat vertalen en uitgeven, want ik vind hem een belangrijk schrijver die echt iets te zeggen heeft en ik ben nog lang niet uitgelezen, merk ik.

Originele titel: Go tell it on the mountain (1952)
Deze Nederlandse uitgave 2019 door uitgeverij De geus
Nederlandse vertaling: Reintje Ghoos en Jan Pieter van der Sterre
Bladzijdes 307

Reacties

  1. Wat een interessant boek. Ik ben eigenlijk wel benieuwd hoe dit zo op je pad is gekomen?

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Ik had gelezen over James Baldwin en zijn bijzondere leven en ik denk dat hij één van de belangrijkste schrijvers van de 20e eeuw is. Vorig jaar kwam zijn boek 'Als Beale street kon praten' uit (besproken november 2018 https://bettinaschrijft.blogspot.com/2018/11/als-beale-) en nu was ik heel blij dat dit boek uit is gekomen. Ik hoop dat er snel meer van hem vertaald wordt. Ik kan het natuurlijk ook in het Engels lezen, maar ik ben nu eenmaal in het Nederlands begonnen en de uitgaves passen zo mooi bij elkaar :-)

      Groetjes,

      Groetjes,

      Verwijderen
  2. Een mooi passend rijtje vind ik ook heel belangrijk hoor!

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Ik vind het altijd zo vervelend als uitgevers halverwege het uiterlijk van een reeks veranderen. Suf misschien, maar het ergert me echt.

      Groetjes,

      Verwijderen

Een reactie posten

Populaire posts