De Romanovs na de val, Helen Rappaport

Op een gegeven moment was de grap in de jaren '20 dat elke taxichauffeur in Parijs een gevluchtte Russische graaf of grootvorst was. Er zit echter in dit grapje een kern van waarheid, want na de Russische Revolutie kwamen er veel Russen in Parijs terecht die toch ergens werk moesten vinden. Maar waarom kwamen er zoveel naar Parijs en hoe verging het de Russische vluchtelingen daar?

Parijs was al vanaf het midden van de 19e eeuw de stad waar je als aristocraat of als rijk persoon je heel goed kon vermaken. Er was niet alleen voldoende kunst om een liefhebber zoet te houden, maar er waren couturiers en juweliers en dure winkels vol meubels, tapijten, vazen en snuisterijen waar je alles kon kopen wat je hart begeerde en tot slot waren er ook nog nachtclubs, bordelen en kroegen voor als je nog wat ander vermaak zocht.

De Russische aristocratie kwam graag naar Frankrijk, en naar Parijs in het bijzonder. De Grootvorsten, familieleden van de tsaar, namen hun intrek in de duurste hotels, bezochten voorstellingen en behingen hun maitresses met juwelen van Cartier. Hun uitspattingen waren zo berucht dat er sinds 1860 zelfs een La Tournee des Grands Ducs bestond, waarbij je als toerist de minder gebaanden paden kon gaan, in het voetspoor van de grootvorsten naar al die nachtclubs en bordelen.

Maar ook de kunstenaars kwamen graag naar Parijs en werden beroemd en geliefd. Vele Russisch-Joodse kunstenaars, zoals Chagall en Soutine, die in hun vestigingsgebied in Rusland weinig mogelijkheden hadden, konden in Parijs ongestoord hun kunst uitoefenen, zij het dan vaak wel in grote armoede. Sergei Diaghilev zorgde met de oprichting van het Ballet-Russes voor een ware rage voor Russische zaken, al viel zijn moderne ballet Sacre du Printemps in 1913 niet heel erg in de smaak.

Na 1905 kwamen er ook veel revolutionairen naar Parijs, op de vlucht voor de tsaristische geheime dienst, waarbij elke groepering haar eigen cafe's en ontmoetingsplaatsen had om daar somber wodka te drinken en te hopen op een omwenteling. 

Kortom, voor de Eerste Wereldoorlog was Parijs een toevluchtsoord voor Russen van alle politieke kanten, van aristocraten tot straatarme schilders en alles ertussenin. 

Toen de Eerste Wereldoorlog uitbrak, vertrokken veel Russen echter weer naar Rusland, maar toen in oktober 1917 de Bolsjewieken de macht overnamen, kwamen zij in de problemen. Veel aristocraten en leden van de familie Romanov probeerden nog weg te komen. Sommigen is dat gelukt via de het noorden via Finland, anderen richting het zuiden via de Krim, anderen via Vladiwostok en dan naar China/Japan. Velen is het niet gelukt en zij werden in de eerste maanden gevangen gezet en vermoord. 

Degenen die wisten te ontkomen, hadden vaak maar weinig mee kunnen nemen, enkele juwelen en wat contant geld, wat snuisterijen of een fotoalbum. De rest was achtergebleven in Rusland. Toegang tot hun bankrekeningen hadden ze niet meer, want die waren bevroren en geconfisqueerd door de Sovjetregering. Zij kwamen volkomen berooid aan en moesten een nieuw thuis zien te vinden. Parijs werd gezien als een goede optie omdat velen van hen Frans spraken en zich hier hopelijk konden redden. 

Velen konden de verandering niet aan en klampten zich vast aan hun oude waardigheid, en voelden zich vernederd door het feit dat ze nu werk moesten zoeken. Maar een groot aantal wist zich wel aan te passen en gebruikten de vaardigheden die ze hadden. Veel aristocratische vrouwen konden goed handwerken en gebruikten hun naai- en borduurtechnieken in de grote Parijse modehuizen. Ook als model waren de Russische aristocrates gewild.

Lastiger was het voor de gewone Russen die Rusland uitvluchten. Frankrijk kon na de Eerste Wereldoorlog nieuwe arbeiders gebruiken en heette hen welkom, maar ook hier waren er velen die ervan droomden snel weer terug te kunnen naar Rusland. Velen hadden niks aan hun opleiding omdat hun diploma's niet erkend waren, of omdat je Frans staatsburger moest zijn om bepaalde beroepen te mogen uitoefenen.

Duizenden Russische mannen werkten in de Renault-fabrieken en duizenden gezinnen woonden in de wijk Billancourt. Hier was een soort klein-Rusland, waar Russische winkels en kappers en tandartsen te vinden waren. Je hoefde hier geen Frans te spreken en van integratie was weinig sprake. 

Veel Russen vonden werk in de restaurants, als portier of bordenwasser, als straatveger of bagagesjouwer, het werk was zwaar en leverde weinig op. Een fijnere optie was het examen voor taxi-chauffeur afleggen, zodat je iets meer je eigen baas was en misschien zoveel kon verdienen dat je eens je eigen taxi kon kopen. Op een gegeven moment waren waarschijnlijk tussen de 3000 en 5000 Russische taxichauffeurs, een van hen was de schrijver Gaito Gazdanov. Er zat dus zeker een kern van waarheid in het idee dat elke taxi chauffeur in Parijs een Russische grootvorst was. Misschien niet altijd een grootvorst, maar wel vaak een Rus.

De Russische vluchtelingen zaten in een spagaat, aan de ene kant wilden ze terug naar Rusland, maar ondertussen werd de Sovjet-Unie officieel door Frankrijk erkend en raakten veel gevluchtte Russen daardoor statenloos. Sommige klampten zich vast aan het verleden terwijl ondertussen de jongere generatie beter Frans sprak dan Russisch en liever Frans staatsburger wilde worden. 

Ondertussen was er ruzie in de Romanov-familie over wie de echte opvolger van de tsaar zou zijn, waren er Russen die in het fascisme een redelijk alternatief tegen het communisme zagen en probeerde de Sovjets spionnen te werven, met wisselend succes. 

Naarmate de economische crisis van de jaren '30 echter nijpender werd, kwam er steeds meer bezwaar tegen de buitenlanders die Fransen banen hadden ingepikt en werden de Russen vaak als eerste ontslagen. Sommigen probeerden richting Amerika te gaan, terwijl anderen overwogen om toch terug te keren naar de Sovjet-Unie. 

Helen Rappaport is een Engelse historica die al meerdere boeken over de Romanovs heeft geschreven. Ik vind haar boeken altijd interessant en goed geschreven en vol van interessante details en anekdotes. De Romanovs na de val is hierop geen uitzondering. Heel mooi maakt ze duidelijk hoe de Russen in Parijs zich konden uitleven voor de Revolutie, wat het contrast alleen maar groter maakte. 

Bannelingen die zich niet weten aan te passen zijn een soort drijfhout, zij laten zich meevoeren op de stroom van herinneringen en heimwee naar vroeger. Maar er waren ook mensen die de schouders eronder zetten en hun best deden er iets van te maken, in moeilijke omstandigheden. Zij richtten organisaties op om hun mede-vluchtelingen te helpen, klaagden niet over het verlies van hun privileges, maar deden wat er gedaan moest worden.

De Romanovs na de val gaat zeker niet alleen over de Romanovs of alleen over de aristocratie, maar over al die Russen die na de Revolutie niet in Rusland konden blijven. Ik wist wel dat er veel Russen naar Parijs waren gegaan, maar ik wist niet werkelijk hoe nijpend en moeilijk hun situatie was en hoe divers de groep Russen in Parijs eigenlijk was. Ik heb me ook nooit echt gerealiseerd hoeveel Russen er eigenlijk in Parijs waren, nl tussen de 40.000 en 50.000. Het kan niet anders dan dat deze groep een stempel heeft gedrukt op Parijs en hier tot op de dag van vandaag restanten van te vinden zijn. 


Originele Engelse titel:After the Romanovs (2022)

Nederlandse uitgave 2022 door uitgeverij Unieboek/Het Spectrum

Nederlandse vertaling: Paul Janse en Rob de Ridder

Bladzijdes 304

Reacties

Populaire posts