Mary I, queen of sorrows, Alison Weir

Mary Tudor werd geboren in 1516 en haar ouders, koning Hendrik VIII van Engeland en Katharina van Aragon, hielden erg veel van haar. De eerste jaren van haar leven waren gelukkig. Ze had liefhebbende ouders, kreeg een goede opleiding en werd geprezen om haar muzikale talent. Ze was ook verloofd met Karel V die keizer van het Habsburge rijk zou worden. Kortom, Mary had een geweldige toekomst voor zich liggen. 

Toen de verloving echter werd verbroken (Karel werd er een beetje zat van dat hij nog zo lang op zijn bruid moest wachten die 16 jaar jonger was dan hijzelf), was er de hoop dat er zich een ander goed huwelijk zou aandienen. 

Er was echter een probleem, Mary was het enige overlevende kind van haar ouders en haar vader wilde per se een zoon. Toen Hendrik Anna Boleyn het hof begon te maken, veranderde Mary's leven voorgoed. Ze zag hoe slecht haar moeder behandeld werd, werd gescheiden van haar moeder en verloor haar status als prinses. Uiteindelijk werd ze zelfs tot bastaard verklaard. In de jaren die volgenden mocht Mary geen enkel contact hebben met haar moeder en werd ze constant onder druk gezet om toe te geven dat het huwelijk van haar ouders niet valide was, dat Anna Boleyn de rechtmatige koningin was en dat haar vader het hoofd van de kerk was. 

Mary heeft jarenlang geweigerd om dit te doen. Ze had het voorbeeld van haar moeder die vastberaden en standvastig bleef en volhardend in het geloof en dit bracht ook Mary troost. Haar geloof was haar enige houvast in deze turbulente jaren waarin Hendrik in rap tempo 6 echtgenotes versleet en Mary geen moment zeker van was van haar status, of haar positie in de gunst van de koning. 

Uiteindelijk gaf ze toe en tekende ze de acte waarin ze haar vader erkende als het hoofd van de kerk in Engeland, maar ze heeft het zichzelf altijd kwalijk genomen dat ze onder de druk was bezweken. 

Na de dood van Hendrik VIII in 1547 nam zijn zoon Edward VI de troon over. De jongen was nog maar negen jaar oud en zijn oom, Edward Seymour, was zijn regent. Edward werd protestants opgevoed en zijn hervormingen (of liever die van zijn regent en adviseurs), gingen veel verder dan de veranderingen die Hendrik had doorgevoerd. De katholieke Mis werd verboden en alleen Engelse diensten mochten gevierd worden, met Engelse gebeden.

Mary bleef echter katholiek en kreeg nu constant te maken met bedreigingen dat de wet ook voor haar gold en dat ze geen Mis meer mocht bijwonen. Regelmatig kwam er een delegatie langs om haar onder druk te zetten. De pedante belerende briefjes die haar broer stuurde, deden de zaak geen goed, Mary was ondertussen een vrouw van in de dertig en wilde zich niet de les laten lezen door een puber, al was die dan ook de koning. 

Edward was echter niet gezond en overleed in 1553. Hij had een poging gedaan om te voorkomen dat zijn katholieke zuster de troon zou overnemen en had Lady Jane Grey als opvolger benoemd, maar niemand erkende dit. Het volk en veel van de edelen wilden dat de oudste dochter van Hendrik de nieuwe vorstin zou worden en schaarden zich en masse achter Mary. 

Op het moment dat ze koningin werd, de eerste koningin van Engeland die in haar eigen recht regeerde, was Mary immens populair. Ze was de dochter van Hendrik en de rechtmatige erfgenaam. Tegelijkertijd erfde ze wel een koninkrijk in problemen. De schatkist was leeg, en de religieuze verdeeldheid tussen katholieken en protestanten was groot. 

Mary had twee grote wensen, Engeland terugbrengen naar het oude geloof, terug onder de vleugels van de Heilige Moederkerk in Rome, en trouwen en een erfgenaam voor Engeland op de wereld zetten. 

In het eerste doel slaagde ze niet. Ze weigerde naar haar adviseurs te luisteren die zeiden dat ze het een beetje rustig aan moest doen en niet alles in Ă©Ă©n keer kon veranderen. Mary was vastbesloten om de protestantse ketterij te verdrijven. Het gevolg was dat ze hoogstpersoonlijk rond de 300 doodsvonnissen tekende, om ketters tot de brandstapel te veroordelen. De meesten stierven een gruwelijke en langzame dood, en dit maakte Mary steeds gehater onder de bevolking. Ze bleef echter halsstarrig doorgaan.

Ze trouwde met Filips van Spanje, de zoon van keizer Karel V en dit huwelijk was verschrikkelijk impopulair. Filips wilde gekroond worden in Engeland, iets dat men niet wilde en Mary eigenlijk ook niet, en bovendien had hij grotere belangen in het Habsburgse rijk. Om haar echtgenoot tevreden te houden verklaarde Mary zelfs de oorlog aan Frankrijk, dat een grote mislukking werd en waarbij Engeland voorgoed Calais verloor. 

Al haar hoop was gevestigd op een erfgenaam, omdat Mary ook wel wist dat als haar zuster Elizabeth haar zou opvolgen, een terugkeer naar het oude geloof voor Engeland helemaal van de baan zou zijn. Twee maal dacht Mary dat ze in verwachting was, maar beide keren bleek het geen zwangerschap te zijn. 

Toen ze in 1558 overleed, dansten de mensen van vreugde in de straten omdat 'Bloody Mary' eindelijk dood was en Elizabeth nu koningin was van wie men hoopte dat ze vrede en voorspoed zou brengen aan een land dat op de rand van de afgrond stond. 

Alison Weir heeft met dit boek het derde deel geschreven in de trilogie over de Tudors, waarbij de vorige twee delen gingen over Elizabeth van York en Hendrik VIII. 

Waar Elizabeth van York nog niet als koningin zelfstandig kon regeren, en met haar status als prinses vooral legitimiteit gaf aan het koningsschap van haar echtgenoot, zou Mary de eerste vorstin van Engeland worden die in haar eigen recht koningin was. Het is jammer dat dit haar niet beter gelukt is. 

Mary heeft haar best gedaan om Engeland economisch te verbeteren en heeft hier stappen in gezet, maar het was niet genoeg. Mary had niet veel politiek inzicht en twijfelde waar ze moest doorpakken en was koppig waar ze een beetje soepel moest zijn. 

Het is begrijpelijk dat voor haar het geloof het meest belangrijke was. Dit was de troost en houvast uit haar jeugd in al die jaren dat ze onder zulke onzekerheid leefde, maar de manier waarop ze probeerde om Engeland weer terug te krijgen naar het katholieke geloof werkte alleen maar averechts. De brandstapels leverde geen bekeerlingen op, maar vooral protestantse martelaren. 

Toen die geluiden het paleis bereikten en zelfs bisschoppen en adviseurs haar vroegen om meer genade te betonen, ging ze op volle kracht door. Zelfs op haar sterfbed ondertekende ze nog twee doodvonnissen. Als je dit in ogenschouw neemt, is haar bijnaam 'Bloody Mary' waarschijnlijk wel verdiend.

Het is vooral triest dat haar huwelijk haar niet het geluk schonk waar ze zo op had gehoopt, Mary was dol op kinderen, maar al die jaren van onzekerheid over haar status, zorgden ervoor dat er geen huwelijkskandidaten waren en toen ze eindelijk trouwde was ze al 37. Rijkelijk laat om nog een zwangerschap te kunnen doorstaan. 

Je kunt medelijden hebben met het kind dat Mary was en begrijpen waar ze vandaan komt, en tegelijkertijd erkennen dat ze geen goede vorstin was. In slechts vijf jaar wist ze haar reputatie volledig te vernietigen, niet alleen bij haar tijdgenoten maar ook voor de eeuwen daarna. 

Alison Weir weet opnieuw deze tweeledigheid goed duidelijk te maken, net als in haar vorige boeken over Hendrik VIII en Elizabeth van York. De vorstin Mary was niet sympathiek, maar ik heb wel medelijden met haar. 


Andere twee delen in de serie: 

Elizabeth of York, the last white rose

Henry VIII, the heart and the crown 


Uitgegeven in het Engels in 2024.

(nog) niet vertaald in het Nederlands

Bladzijdes: 499

Reacties

Populaire posts