Het geluk van de wolf, Paolo Cognetti

Nadat zijn relatie met Veronika is uitgegaan, wil schrijver Fausto rust hebben en hij zoekt die in de bergen. In een klein dorp wordt hij de kok bij het restaurant van Babette, die elke dag de operateurs van de stoeltjesliften en de werkmannen van de boswachterij van eten voorziet. 

Het koken vergt niet heel veel van hem, aangezien er weinig variatie wordt gevraagd, de mannen willen hun gewone dagelijkse portie zonder fratsen. Hij wordt verliefd op de serveerster Silvia, en ze beleven samen de winter, zoeken warmte bij elkaar. 

Als Babette (die niet echt Babette heet, maar haar restaurant heeft genoemd naar de romanpersonage van Karen Blixen) in de zomer vrij neemt, werkt Fausto in de bossen, als kok bij een ploeg houtkappers. Silvia die niet uit de bergen komt, maar er wel door is gegrepen, gaat werken in een trekkershut, waar allerlei alpinisten één of meer nachten doorbrengen. 

Fausto probeert ondertussen ook nog te schrijven en langzamerhand wordt voor hem duidelijk wat van belang is, waar zijn prioriteiten liggen. Niet alleen de eenzaamheid van de bergen zoekt hij, maar ook het gezelschap van mensen.  

Het is een bekend gegeven ondertussen bij Paolo Cognetti, de bergen die altijd aanwezig zijn en de nuchtere bergbewoners die weinig zeggen, en iemand uit de stad die probeert om in de bergen zichzelf weer een beetje terug te vinden. 

In Het geluk van de wolf horen we niet alleen Fausto, maar ook Silvia, Babette en de bergbewoner Santorso. Door deze afwisseling in stemmen en gezichtspunten is dit toch weer een nieuw en origineel verhaal, dat de aandacht blijft vasthouden. Fijn ook dat Silvia en Babette verschillende hoofdstukken krijgen, daardoor is dit een heel evenwichtig verhaal geworden. Er is zelfs een hoofdstuk vanuit het gezichtspunt van een jonge wolf, die een plek zoekt voor zichzelf. 

Ik heb niks met bergen, ik houd van het open polderlandschap, maar door de boeken van Cognetti heb ik wel het idee dat ik de aantrekkingskracht van bergen iets beter begrijp. Ik begrijp in ieder geval hoe hard het leven is in de bergen en hoe onvoorspelbaar de natuur kan zijn. Bergbewoners weten dit maar al te goed en ook bergbeklimmers krijgen hiermee te maken. Maar ook de schoonheid van de natuur beschrijft Paolo Cognetti heel mooi, in eenvoudige maar veelzeggende zinnen. 

De wolf ondertussen loopt van vallei naar vallei en volgt zijn instinct om de plek te vinden waar hij zichzelf kan zijn, waar eten is en waar rust is. En die vrijheid is zijn geluk. 

Originele Italiaanse titel: La felicità del lupo (2021)

Nederlandse uitgave 2021 door uitgeverij De bezige bij

Nederlandse vertaling: Yond Boeke en Patty Krone

Bladzijdes: 204

Reacties

Populaire posts