Het ministerie van opperst geluk, Arundhati Roy
Wat hebben een travestiet, een oude imam, een tot Moslim
bekeerde Hindoe die zich Sadam Hoessein noemt, een aangenomen dochter, een
gevonden baby en een vrouw die de liefde van haar leven verloren heeft met elkaar
te maken?
Zij vormen de spil van Het
ministerie van Opperst geluk, een geweldige leeservaring, overdonderend en kleurrijk als India zelf is.
Het sleurt je mee naar het rauwe leven in de straten van India, vol armoede en
geweld, maar ook vol liefde en genegenheid, grappig situaties en respect voor
elkaar.
Het verhaal begint met Anjum die haar intrek neemt op de
oude Moslimbegraafplaats van Delhi. Zij is haar leven begonnen als jongen, maar
met zowel mannelijke als vrouwelijke geslachtskenmerken.
Anjum is wat men in
India een Hijra noemt, een vrouw die
een man is, of een man die een vrouw is. In ieder geval iemand die buiten de
gewone regels van de samenleving staat en zich daardoor wel wat kan veroorloven,
maar tegelijkertijd door de gewone wereld niet altijd serieus wordt genomen.
Zij
woonde in Delhi in een gemeenschap van andere Hijra’s, maar nadat ze een
verschrikkelijke gebeurtenis heeft meegemaakt kan ze zich niet meer voegen in
haar leven daar en vertrekt ze, naar de begraafplaats waar ze voor zichzelf een
schuilplek, een woninkje creëert.
En al snel voegen andere mensen zich bij haar, mensen die
net als zij heel wat hebben meegemaakt en langzamerhand wordt de begraafplaats
een soort vrijhaven voor verschoppelingen die daar in een sfeer van wederzijds
respect zichzelf weer een beetje kunnen vinden.
Voeg bij dit alles een geit die zestien offerfeesten wist te
overleven, een gemeenschap travestieten en transgenders, een paard,
opstandelingen in Kashmir, hindoes, politici, moslims, Sikhs, communisten, het
hoofd van de Geheime Dienst, een journalist die links lijkt, maar rechts doet,
een ondervrager die marteling niet schuwt, en dan heb je nog geen idee waar dit
boek over gaat.
Het ministerie van
opperst geluk is niet altijd een gemakkelijk boek om te lezen. Er gebeurt
veel, er komen veel mensen in voor en het verhaal is niet bepaald lineair. Je
moet dus eigenlijk de tijd hebben om dit boek achter elkaar te lezen. Als je
steeds kleine stukjes leest met een lange tijd ertussen is er een grote kans
dat je de draad een beetje kwijtraakt.
Vooral op tweederde van het verhaal wordt de structuur van
het verhaal losgelaten en staat er heel veel door elkaar; verhalen, verslagen,
beschrijvingen van verschillende mensen die op het eerste oog weinig met elkaar
te maken hadden. Maar uiteindelijk blijkt ook dit zijn functie te hebben en
laat het de chaos zien die er heerst, om uiteindelijk de draden weer heel mooi
met elkaar te verbinden.
Ik heb bij een boek als deze de neiging om precies te willen
weten hoe de historische en politieke situatie in elkaar steekt, zodat ik die
achtergrond precies voor ogen heb en ik daardoor situaties en mensen beter kan
plaatsen.
De geschiedenis van India vind ik bijzonder interessant en
ik mag er graag over lezen. Ik wist dus wel iets van de situatie in India, de
rijke oude cultuur, de problemen die er zijn tussen Hindoes en Moslims, het
kastensysteem, de armoede en de corruptie.
De situatie in Kashmir was niet zo bekend voor mij, maar die
speelt wel een grote rol in dit boek.
Bij de onafhankelijkheid van India in 1947 werd India
verdeeld in India voor de Hindoes en Pakistan voor de Moslims. Pakistan zou
later nog verdeeld worden in Pakistan en Bangladesh. Een regio in het noorden,
Kashmir, was grotendeels automoom en mocht zelf kiezen of ze bij Pakistan of
India wilde horen.
Voor Pakistan hoorde Kashmir bij Pakistan, omdat het
grootste deel van de bevolking moslim was. Toen het echter nogal lang duurde voor
de maharadja een keuze maakte (hij was zelf Hindoe), viel Pakistan binnen,
waarop de maharadja India te hulp riep. Het resultaat was een flinke oorlog en
een verdeeld Kashmir, een helft werd door Pakistan en de andere door India
bestuurd. De onlusten zijn sindsdien regelmatig opgelaaid, vooral weer sinds
1999, met verschrikkelijk geweld en buitensporige wreedheden aan beide kanten.
Het is het verschrikkelijke geweld waar veel personages mee
te maken krijgen dat me soms heel erg schokte, omdat ik besefte dat dit geen
truckje is van de schrijfster om een schokeffect te bereiken. Het is echter
waar de mensen in India in het algemeen en in Kashmir in het bijzonder mee te
maken hebben. Dagelijkse kost, zou je bijna kunnen zeggen.
Tegelijkertijd is het ontzettend grappig en komen er heel
veel komische situaties in het boek voor. Ook de manier om sommige dingen te
beschrijven is heel grappig. Dit is echter ook nodig, omdat het anders een
onleesbaar boek zou zijn geworden, met alleen maar doffe ellende.
En het is geen boek over doffe ellende, juist niet. Het ministerie van opperst geluk is
eigenlijk een ode aan de menselijke veerkracht. Ondanks wat mensen meemaken aan
geweld en verdriet, is er ook altijd weer ruimte voor vriendelijkheid, liefde,
respect voor elkaar en opnieuw kunnen beginnen.
Ontroerend en heel treffend vond ik bijvoorbeeld de laatste stukken
in het boek waarin iedereen elkaar helpt om verder te gaan. Ze kunnen allemaal
dingen uit het verleden loslaten, en zo worden er begrafenissen gehouden voor
een vermoorde vader uit de kaste van de onaanraakbaren, een vrouw uit de elite
en een communiste. En ieder krijgt daarbij het passende ritueel. Dit laat zien
dat verschillen tussen mensen vooral politiek zijn en dat menselijkheid
uiteindelijk altijd het belangrijkste is.
Lees hier trouwens wat Hella van dit boek vond.
Lees hier trouwens wat Hella van dit boek vond.
Originele
titel: The ministery of utmost happiness (2017)
Nederlandse uitgave 2017 door uitgeverij Prometheus
Nederlandse vertaling: Tjadine Stheeman
Bladzijdes: 415
Prachtige bespreking, en blij dat jij er ook zo van genoten hebt!
BeantwoordenVerwijderenDank je wel, het was dank zij jouw bespreking dat ik dit boek voor Kerst heb gevraagd, en ik vond het heel erg mooi.
VerwijderenGroetjes,