Gisèle, Susan Smit
Gisèle was in de jaren ’30 een jonge kunstenares die naar
Nederland was gekomen om hier de glazenierkunst te leren in het atelier van Joep
Nicolas. Ook was ze een verdienstelijk tekenares en schilderes. Ze was van
adellijke komaf, haar moeder was een Oostenrijkse gravin, en ze had haar jeugd
reizend doorgebracht. Door de crisis was haar opleiding in Parijs niet meer te
betalen en zocht ze haar wijk in Nederland. Hoewel ze in de eerste instantie
een vreemdelinge was die weinig Nederlands sprak, begon ze zich al snel thuis
te voelen. Bij de kunstenaars die Joep Nicolas regelmatig thuis ontving was ook
de dichter Adriaan Roland Holst, Jany voor vrienden. Tegenwoordig kennen we
zijn naam niet meer zo, maar zo rond de jaren 30 was hij één van de meest
bekende dichters in Nederland. Hij woonde in het kunstenaarsdorp Bergen en
stond bekend als een rokkenjager die zich niet kon of wilde binden.
Gisèle was een authentieke vrouw die zelfstandig na kon denken. Een oorspronkelijk mens. Zij was in staat om over haar eigen situatie heen te kijken en haar keuzes daarop te baseren. Het is dan ook niet te verbazen dat zij weigerde te tekenen voor de Kultuurkamer en verschillende Joodse en homoseksuele onderduikers in haar woning verborg.
Mies Peters is een ander verhaal. Oppervlakkig en opportunistisch zag ze alleen haar eigen stukje. Zonder problemen tekende ze voor de Kultuurkamer en dat er meer rollen te verdelen waren omdat de Joodse acteurs niet meer mochten werken kwam haar goed uit. Aan de andere kant had ze ook geen andere bron van inkomsten, als ze niet kon spelen had ze helemaal niets. Haar liaison met een Duitse officier was vooral gebaseerd op onnadenkendheid en de weigering verder te kijken dan haar eigen gepoederde neusje lang was.
De achtergrond en de sfeer van de crisisjaren en de oorlog zijn goed getroffen. De schrijfstijl is vlot en leest lekker weg.
Grootste literatuur? Wat mij betreft niet. Ontspannend en prettig leesvoer? Zeker. Kortom: een aardig boek.
Gelezen op de e-reader
Hij en Gisele kregen een verhouding, maar Jany weigerde om
helemaal voor haar te kiezen. Zijn grote liefde bleek namelijk de actrice Mies
Peters te zijn, die al tijdens haar huwelijk zijn minnares was en dat na haar
scheiding bleef. Van kleine rolletjes aan het toneel kreeg ze langzamerhand
steeds meer bekendheid.
De oorlogsdreiging kwam steeds dichterbij vanaf 1940 werden
de drie kunstenaars geconfronteerd met keuzes die ze moesten maken. Kunstenaars
moesten namelijk lid worden van de Kultuurkamer voor ze nog verder konden met
het uitvoeren van hun kunsten. De Kultuurkamer was een instantie die ervoor
moest zorgen dat de kunst (van schrijven tot toneel tot schilderen) wel de
juiste ideeën overbracht. De nazi’s wilden tenslotte geen Entartete (ontaarde)
Kunst. Vele kunstenaars weigerden, nog
meer tekenden. Jany, Gisele en Mies kozen elk een andere weg en moesten de oorlog
zien te overleven.
Ik raak eerlijk gezegd een beetje geïrriteerd door de
rare verhoudingen die kunstenaars er in de jaren 20 en 30 op na hielden
(misschien nu nog, dat weet ik niet, ik ken geloof ik geen kunstenaars) Of het
nu gaat om Parijs in de jaren 20 of de Bloomsbury groep in Londen of de club
hier in Nederland die in dit boek naar voren komt. Waarom al die rare
verhoudingen en relaties met elkaar, hoe moeilijk is het om je bij één partner
te houden en trouw te blijven?
Enfin, gelukkig draait Gisèle
niet alleen om de liefdesgeschiedenissen, dan zou het een heel vervelend
verhaal zijn geworden. Het boek wordt interessanter door de tijd waarin het
zich afspeelt en de keuzes die er gemaakt moeten worden in oorlogstijd.
Gisèle was een authentieke vrouw die zelfstandig na kon denken. Een oorspronkelijk mens. Zij was in staat om over haar eigen situatie heen te kijken en haar keuzes daarop te baseren. Het is dan ook niet te verbazen dat zij weigerde te tekenen voor de Kultuurkamer en verschillende Joodse en homoseksuele onderduikers in haar woning verborg.
Mies Peters is een ander verhaal. Oppervlakkig en opportunistisch zag ze alleen haar eigen stukje. Zonder problemen tekende ze voor de Kultuurkamer en dat er meer rollen te verdelen waren omdat de Joodse acteurs niet meer mochten werken kwam haar goed uit. Aan de andere kant had ze ook geen andere bron van inkomsten, als ze niet kon spelen had ze helemaal niets. Haar liaison met een Duitse officier was vooral gebaseerd op onnadenkendheid en de weigering verder te kijken dan haar eigen gepoederde neusje lang was.
Jany werd mij het minst sympathiek. Voor de oorlog vond ik
hem een vervelende man die maar de gekwelde dichter uithing en van het ene bed
het andere bed indook. In het begin van de oorlog was hij eigenlijk van mening
dat dichters zich buiten de actualiteit moesten houden en toen de realiteit
zich aandiende wist hij niet goed wat hij moest doen. Uiteindelijk tekende hij
niet, maar ik kreeg de indruk dat dit meer was omdat hij bang was voor wat de
anderen zouden zeggen. Uiteindelijk neemt hij wel steeds meer stelling en weet
hij door zijn vriendelijkheid en belangstelling voor anderen zijn vrienden op
verschillende manieren te helpen.
Het verhaal wordt uit het perspectief van deze drie personen
verteld. Daarom zitten er regelmatig herhalingen in, die ik vaak overbodig
vond.
De kaft vind ik ook niet echt passen bij het verhaal, dit
lijkt eerder een portret te zijn van een vrouw als Mies Peters en niet Gisèle.
Het boek heet Gisèle, maar zij is
niet de enige hoofdpersoon, ik had het wel mooi gevonden als de focus toch iets
minder op een zeurpiet van een dichter en een tweedrangs actrice had gelegen en
iets meer op deze interessante vrouw. De achtergrond en de sfeer van de crisisjaren en de oorlog zijn goed getroffen. De schrijfstijl is vlot en leest lekker weg.
Grootste literatuur? Wat mij betreft niet. Ontspannend en prettig leesvoer? Zeker. Kortom: een aardig boek.
Uitgegeven in 2013 door Lebowski uitgeverij
480 pagina’s Gelezen op de e-reader
"Waarom al die rare verhoudingen en relaties met elkaar, hoe moeilijk is het om je bij één partner te houden en trouw te blijven?"
BeantwoordenVerwijderenHa ha! dat heb ik nou ook altijd. Maar dat komt omdat ik een saaie, niet-creatieve burgertrut ben die niets van de kunstenaarsziel begrijpt, zo houd ik mijzelf dan altijd maar voor.
Ha, dat zal het zijn, ik ben dan net zo'n saaie burgertrut, denk ik eigenlijk!
VerwijderenGroetjes,
Waarom al die rare verhoudingen? Is dat een vraag aan de dichter of een vraag aan de schrijfster? Het boek is gebaseerd op de geschiedenis.
BeantwoordenVerwijderenIk weet dat het gebaseerd is op ware gebeurtenissen, het is dan ook een vraag in het algemeen; waarom vinden kunstenaars het in die tijd nodig om allerlei verhoudingen aan te gaan (waar uiteindelijk, zo blijkt, niemand gelukkig van wordt).
VerwijderenGroetjes,