De hand van Whistler in Laren
James Abbott MacNeill
Whistler (1834-1903) was geen gemakkelijk man, hij was veeleisend,
arrogant, maakte ruzie met zijn vrienden en aarzelde niet om een criticus van
zijn werk voor het gerecht te dagen.
Hij was ook een begenadigd schilder die begon als realist,
maar al snel bekend werd als iemand die werkte in vlakken met kleur en
rangschikking van kleur. Hij haalde inspiratie uit het gewone leven en daarbij
was de emotie belangrijker dan perfecte details. De Japanse prentkunst die in
de 19e eeuw net bekend werd in Europa, werd voor hem een grote
inspiratiebron.
Whistler gaf de
schilderijen vaak namen van muziekstukken; nocturne, symfonie, arrangement,
omdat muziek niets beschrijft en de interpretatie dus open blijft.
Zijn werk werd bewonderd en verafschuwd. Werken werden
geweigerd bij de Salon in Parijs en bij de Royal Academy in Londen, maar soms
ook aangenomen.
Zijn portretten ten voeten uit oogsten bewondering en
leverden ook opdrachten op. Whistler
probeerde dan de gelijkenis van de opdrachtgever te vatten, zonder zijn
kleurcomposities geweld aan te doen.
Met het schilderij van de Vallende raket leek Whistler
zijn hand te hebben overspeeld, de beroemde kunstcritcus Ruskin beschuldigde
hem ervan het publiek te bedriegen en maar wat te doen. Whistler spande een proces aan en heeft deze gewonnen. Helaas heeft
het hem wel bankroet achter gelaten. Hals over kop ging Whistler naar Venetie,
waar hij een opdracht kon krijgen.
Een bevriende kunsthandelaar heeft een groot aantal doeken
uit het atelier gehaald, met de bedoeling deze te verkopen. Een van deze werken
was Symfonie in wit, het meisje in de
mousseline jurk. Dit kwam uiteindelijk in handel van het echtpaar Singer
terecht, dat bezig was een mooie kunstcollectie op te bouwen.
Het doek van Whistler
was één van de hoogtepunten tijdens de opening van het Singer museum in 1956. Helaas rees er al snel daarna twijfel over
de echtheid van het werk, de achtergrond en het formaat wijken erg af van de andere
werken van Whistler. Het werk verdween dan ook in het depot en is er nu pas
weer uitgehaald.
Er is namelijk nieuw onderzoek gedaan naar het werk en het
blijkt dat de hand van Whistler er toch in te herkennen is. Zo komt
bijvoorbeeld de verf overeen met zijn andere werken en ook de technieken
waarbij hij verf heel dun opbracht en tijdens het schilderen nog ettelijke
malen de compositie veranderde, komen overeen met andere schilderijen.
Het onderzoek |
De afwijkingen konden verklaard worden omdat in 1870 het
schilderij beschadigd was en nog niet helemaal af was. De kunsthandelaar die
het uit Whistler’s atelier heeft gehaald, heeft het bijgesneden zodat het
formaat beter verkoopbaar was en heeft er een achtergrond bij laten schilderen. De figuur van het
meisje is echter wel van Whistler.
Het Singer museum
in Laren is dan ook trots dat ze opnieuw kunnen zeggen dat ze een Whistler in de collectie hebben. Er
is dan ook een speciale kleine tentoonstelling georganiseerd. Niet alleen is Het meisje in de mousseline jurk te
zien, maar ook twee andere werken van Whistler
die in bruikleen zijn (uit Amsterdam en uit Glasgow). Ook wordt er aandacht
besteed aan het onderzoek en wat dit heeft opgeleverd.
Wij hebben afgelopen zaterdag niet alleen de schilderijen
gezien, maar eerst ook nog een bijzonder interessante lezing van de Vrije Academie over Whistler bij gewoond. De lezing was eenmalig, maar tot 17 januari
2016 kunnen de Whistlers nog bewonderd worden in Laren.
Reacties
Een reactie posten