De kolibrie, Sandro Veronesi
Het boek begint in 1999, als Marco Carrera, oogarts, bezoek
krijgt van de psychotherapeut van zijn vrouw, die een aantal vragen voor hem
heeft.
Het blijkt dat het huwelijk er een stuk slechter aan toe was dan Marco had gedacht, hoewel hij zelf ook zijn steentje heeft bijgedragen omdat hij naast zijn huwelijk ook altijd van zijn jeugdvriendinnetje Luisa heeft gehouden.
Het blijkt dat het huwelijk er een stuk slechter aan toe was dan Marco had gedacht, hoewel hij zelf ook zijn steentje heeft bijgedragen omdat hij naast zijn huwelijk ook altijd van zijn jeugdvriendinnetje Luisa heeft gehouden.
Langzaam ontvouwt zich het leven van Marco Carrera, die in
zijn jeugd De kolibrie werd genoemd, omdat hij een groeistoornis had en
heel klein bleef. Pas na een hormoonkuur toen hij vijftien was, bereikte hij
een normale lengte.
Het leven van Marco Carrera is niet over rozen gegaan, hij
heeft zijn portie verdriet en verlies wel gehad, maar er is ook veel in zijn
leven dat hem vreugde geeft en dat tot dankbaarheid stemt.
En tussen dit alles, alle woeligheden van het leven, blijft
Marco Carrera overeind, weet hij elke keer weer opnieuw door te gaan en de
draad weer op te pakken. Zoals Luisa hem op een gegeven moment schrijft:
En ik begrijp ineens (daarom schrijf ik je ook ineens,
hoewel ik weet dat je niet zult antwoorden) dat jij echt een kolibrie bent.
Zeker weten. Het was heel verhelderend: je bent echt een kolibrie Maar niet
vanwege de redenen waaraan je die bijnaam te danken hebt: je bent een kolibrie
omdat je net als de kolibrie al je energie gebruikt om bewegingloos te blijven.
Zeventig vleugelslagen per minuut om op de plek te blijven waar je al bent.
Marco Carrera is het oog van de storm als alles om hem heen
omvalt, hij moet door, om te zorgen voor zijn ouders, zijn dochter, zijn
kleindochter.
Vorig jaar was Sandro Veronesi kwaad, en uit die kwaadheid
is het pamflet Blaffende honden voortgekomen dat ik HIER heb besproken.
Hierin beschrijft hij de machteloosheid die hij voelt als hij hoort over de
bootvluchtelingen en hoe zij behandeld worden. Hij probeert actie te
ondernemen, maar door allerlei omstandigheden lukt dit niet. Als hij tot de
conclusie komt dat hij niet kan helpen op die manier, besluit hij om weer te gaan schrijven.
De kolibrie is het resultaat.
De kolibrie is een boek zoals geen ander. Sandro Veronesi
is er altijd al een meester in geweest om een verhaal op te bouwen met
zijlijnen zodat er allerlei lagen worden toegevoegd. Een bijpersonage krijgt zo
een geschiedenis, of een gebeurtenis wordt voorzien van een achtergrond. En
uiteindelijk voegt alles samen in één groot en grandioos geheel.
In voorgaande boeken van Sandro Veronesi was dit al
een kenmerk, maar in De kolibrie is het tot ware kunst verheven. De manier
waarop dit boek is opgebouwd is niet lineair, niet chronologisch, maar het
springt door de tijd tussen 1970 en 2030 en gewone hoofdstukken worden
afgewisseld met emails, brieven, telefoongesprekken en korte mededelingen via WhatsApp.
Langzaam wordt uit al deze delen het geheel van Marco Carrera’s
leven duidelijk, en vallen alle aanwijzingen die we al in eerdere hoofdstukken
kregen eindelijk op hun plaats. Pas op het laatst zien we het grote geheel en
dan wordt ook duidelijk wat een prachtig en weergaloos goed boek Sandro
Veronesi hier geschreven heeft.
Het taalgebruik is heel mooi, de opbouw is bijzonder, maar dwingt
je om de aandacht erbij te houden. Tegelijkertijd zorgt het er ook voor dat je interesse
blijft houden in Marco en wil je weten wat er allemaal is gebeurd, de afwisseling
werkt erg prettig.
Ik heb geen superlatieven meer over om te vertellen hoe goed
ik De kolibrie vind, ik kan alleen zeggen dat dit Italiaanse literatuur
op haar best is.
Maar het loont om ook nog even verder te kijken, naar dat
pamflet Blaffende honden, dat Sandro Veronesi eerder schreef. Hij
eindigt zijn relaas over zijn actiebereidheid voor de vluchtelingen dat hij
weer zal schrijven omdat dat is wat hij in ieder geval wél kan doen. Dat boekje
eindigt met het motto van Samuel Beckett dat hij al eerder heeft gebruikt voor zijn boeken; ‘I
can’t go on. I’ll go on’.
En dat is precies het motto waarmee De kolibrie
begint, omdat het ook is wat Marco Carrera doet. Doorgaan, ondanks alles wat
het leven je brengt. Je staande houden, al verlies je alles. Dat is wat mensen
doen, dat is wat ons menselijk maakt. En of het nu gaat om een oogarts uit
Florence of een bootvluchteling die zijn leven waagt op de open zee, of wie ook
van ons, ieder heeft zijn eigen verhaal
en dat is wat ons bindt.
Zoals De kolibrie eindigt:
Zo. Marco is ingeslapen. Zijn hoofd hangt opzij. Miraijin
ondersteunt het ter bescherming met haar hand. Nu is het Roderigo’s beurt, hiervoor
is hij uit Malaga gekomen. Hij heeft een krankzinnige achtergrond, zijn vader
is blind, zijn moeder was een Romavrouw die zangeres, danseres, straatartiest
en- naar het schijnt- de minnares van Enrique Iglesias is geweest voordat hij
iets kreeg met Anna Kournikova, twee tweelingzussen die hij nooit ziet omdat ze
voor mensenrechtenorganisaties de hele
wereld afreizen, een vriendin die kampioen is in het Baskische balspel pelota,
een zoontje dat hij heeft geadopteerd uit Benin… maar dit is niet zijn verhaal,
in dit verhaal hoeft hij alleen maar een blauw kraantje open te draaien.
Laat ons voor hem bidden, en voor alle schepen op zee.
En daarmee is de cirkel rond.
Originele Italiaanse titel: Il colibrì (2019)
Nederlandse uitgave 2020 door uitgeverij Prometheus
Nederlandse vertaling: Welmoet Hillen
Bladzijdes: 323
Reacties
Een reactie posten