Men is het of men is het niet
Zoals ik laatst al
zei toen ik ‘De laatste Aedema' van Marjolijn van Heemstra besprak, ik heb een
kleine fascinatie met de adel. Dat zal wel komen omdat mijn familie absoluut
niet adellijk is, we zijn geen oud en geen nieuw geld (hebben gewoon helemaal
geen geld) en twee generaties terug waren mijn voorouders nog hardwerkende
landarbeiders in Groningen. Maar misschien juist daarom die fascinatie, het is
altijd interessant om te zien hoe de andere helft leeft.
Theetante heeft een tijdje geleden het boek ‘Leven op stand’ van Ileen Montijn besproken. Dit gaat over het leven van de hogere klassen in de 19e eeuw. Dit boek leek me interessant, en toen ik even aan het zoeken was, vond ik ook een nieuw boek van Ileen Montijn. ‘Hooggeboren. 250 jaar adellijk leven in Nederland’ is afgelopen jaar uitgekomen.
Theetante heeft een tijdje geleden het boek ‘Leven op stand’ van Ileen Montijn besproken. Dit gaat over het leven van de hogere klassen in de 19e eeuw. Dit boek leek me interessant, en toen ik even aan het zoeken was, vond ik ook een nieuw boek van Ileen Montijn. ‘Hooggeboren. 250 jaar adellijk leven in Nederland’ is afgelopen jaar uitgekomen.
Het idee is dat er
in Nederland van oudsher weinig adel was. Tenslotte waren we in de 17e
eeuw een republiek waarin de kooplieden en de burgers regeerden. Toch blijken
er meer edellieden te zijn geweest dan je op het eerste gezicht zou denken, die
in de Staten Generaal aardig wat invloed konden uitoefenen.
Achtereenvolgens de stadhouders en in 1806 koning Lodewijk Napoleon omringden zich met adellijke personen aan het hof. Nadat in 1813 Nederland een monarchie was geworden, werd de adel door koning Willem I onder de loep genomen. Oude geslachten werden als adel erkend, en patriciërs die genoeg invloed hadden konden verheven worden tot adel. Deze nieuwe adellijke geslachten werden (en worden) door de oude adel altijd een beetje meewarig bekeken. Oud is in deze kringen altijd beter dan nieuw.
Achtereenvolgens de stadhouders en in 1806 koning Lodewijk Napoleon omringden zich met adellijke personen aan het hof. Nadat in 1813 Nederland een monarchie was geworden, werd de adel door koning Willem I onder de loep genomen. Oude geslachten werden als adel erkend, en patriciërs die genoeg invloed hadden konden verheven worden tot adel. Deze nieuwe adellijke geslachten werden (en worden) door de oude adel altijd een beetje meewarig bekeken. Oud is in deze kringen altijd beter dan nieuw.
Het koninklijk hof
was het trefpunt van de adel, maar koningin Wilhelmina en daarna
koningin Juliana hebben veel zaken afgeschaft, zodat de rol van de adel aan het
hof grotendeels uitgespeeld raakte. In de jaren ’60 en ’70 was het maatschappelijk
absoluut not-done om van adel te zijn en de meeste edellieden verzwegen dit.
Pas de laatste dertig jaar ongeveer is er nieuwe belangstelling gekomen, vooral van de jonge adel voor de geschiedenis en de wortels. De adelsvereniging bloeit weer en heeft meer leden dan ooit.
Pas de laatste dertig jaar ongeveer is er nieuwe belangstelling gekomen, vooral van de jonge adel voor de geschiedenis en de wortels. De adelsvereniging bloeit weer en heeft meer leden dan ooit.
Ondertussen heeft
de adel geen juridische betekenis meer, in de zin dat deze groep meer
rechten heeft. Veel mensen van adel voeren hun titel niet, maar als je goed
kijkt zie je in maatschappelijke functies en in de politiek een onevenredig
groot aantal mensen terug met een adellijke titel.
In Hooggeboren laat Ileen Montijn zien hoe
het er bij de adel aan toe ging en gaat. Aan de hand van krantenartikelen, brieven,
dagboeken, verhalen en interviews weet ze het beeld te schetsen van een groep
families die elkaar relatief goed kent, men weet wie erbij hoort en wie niet,
wie in het ‘rode boekje' staat en wie niet.
Ze vertelt over huwelijkspolitiek, de opvoeding van de kinderen, jachtongelukken, zwarte schapen, de omgang met bediendes en andere groepen, studentenverenigingen, het idee van ‘noblesse oblige’, hoe anderen tegen de adel aankijken en hoe de adel tegen zichzelf aankijkt en heeft gekeken.
Ze vertelt over huwelijkspolitiek, de opvoeding van de kinderen, jachtongelukken, zwarte schapen, de omgang met bediendes en andere groepen, studentenverenigingen, het idee van ‘noblesse oblige’, hoe anderen tegen de adel aankijken en hoe de adel tegen zichzelf aankijkt en heeft gekeken.
Het resultaat is
interessant en leest als een pakkende roman, vol anekdotes en voorbeelden die
een levendig beeld geven van deze bijzondere groep, al zullen veel edelen zelf
zeggen dat er weinig bijzonders aan is.
Ik dacht even dat je Erik, of het klein insectenboek ging bespreken.... Maar dit boek lijkt me ook heel erg boeiend! Intrigerend toch hoe status en een titel onderscheid tussen mensen kunnen rechtvaardigen? En hoe ze dat onderscheid tot in de kleinste details van hun levenswandel verderzetten? Vast een boek dat ik met plezier ga lezen, bedankt voor de tip!
BeantwoordenVerwijderenPS: gaat het al wat beter met de rugpijn?
Ik denk dat je dit boek zeker interessant gaat vinden!
VerwijderenMijn rug is een stuk beter, dank je wel, zeker nu is vrijdag van de trap ben gevallen. Gek genoeg is de pijn nu echt bijna over,
groetjes,