Venetie
Venetie is een eiland, dat is het eeuwen geweest tot er in de 19e eeuw een treinverbinding kwam. Daarna kwam er ook een autoweg, maar die stopt aan het begin van de stad bij een groot plein waar ook het busstation is. Als je met de auto aankomt in Venetie, moet je de auto daar achterlaten. De enige vervoersmiddelen in Venetie zelf zijn je eigen voeten, of de boot. De vaparetto is dan het handigste, dit is een soort waterbus,die je in ongeveer 40 minuten van het station naar de San Marco brengt.
Er zijn pleintjes de campos en smalle straatjes, de calles, die soms zo nauw zijn dat je elkaar amper kunt passeren. In deze calles raak je heel snel je gevoel voor richting kwijt, omdat er geen enkele recht loopt. In Venetie is de kortste verbinding tussen twee punten nooit een rechte lijn. (Peter Ackroyd, ‘Venice, pure city’) Naast de calles is er het water. Het Canal Grande natuurlijk, maar ook allerlei zijverbindingen die samen een netwerk van slootjes en kanaaltjes vormen die alle delen van de stad met elkaar verbinden.
Alles gaat via de boot in Venetie, de ambulance, de brandweer, de begrafenissen. Tenzij het water te laag staat, of tenzij het aqua alta is, oftewel hoog water.
Tegenwoordig wordt het stadsbeeld vooral bepaald door de toeristen die er komen. Gewone winkels zijn er bijna niet te vinden. Je vindt wel heel veel kraampjes met maskers en goedkoop glaswerk, allemaal ‘made in China’. Daarnaast zijn er de betere winkels met maskers en glas uit Venetie zelf, en je hebt de heel dure winkels vol designerkleding, prachtig lederwerk of chique juwelen.
Het hart van de stad is het San Marcoplein, met de grote basiliek, en het Dogenpaleis. De San Marco basiliek is prachtig, een kerk zoals ik nog nooit gezien heb, met gouden mozaĂŻeken over het hele plafond en langs de muren. De vloer golft een beetje, zoals de zee waar Venetie aan ligt.
Adembenemend mooi.
Het Dogenpaleis heeft een flinke toegangsprijs, maar voor die 14 euro mag je ook in de andere musea aan het San Marco plein. Als je door de gangen en zalen van dit paleis loopt, dan zie je hoe machtig deze kleine stad ooit is geweest. De gevangenissen en de brug der zuchten laat zien hoe er in de Republiek Venetie werd afgerekend met mensen die zich niet aan de regels hielden.
Er zijn ook prachtige schilderijen te bewonderen van Bellini, Tintoretto, Titiaan. Deze werken hangen in de paleizen, de kerken, de musea. Een van de mooiste die ik heb gezien was de ‘Madonna con Bambino’ van Bellini in de Santa Maria dei Frari, een prachtige Franciscaner kerk. Nadat ik net een heleboel heel lelijke ‘Madonna’s con Bambino’ had gezien in het museum, waarin het kinneke Jezus eruit ziet als een soort plofkip, was dit een verademing. Ik heb hier minutenlang stil naar gekeken.
Maar ook de ‘Pièta’ van Tititaan in de Academia, of zijn ‘Feestmaal in het huis van de heer Levi’ dat eigenlijk een Laatste Avondmaal was, maar door zijn opdrachtgevers werd geweigerd omdat hij zich teveel dichterlijke vrijheid had veroorloofd in het schilderen van honden aan tafel, soldaten, dwergen en een kat die onder Jezus’ stoel aan botjes kluift, zijn prachtig om te zien.
Zoals heel Venetie.
Reacties
Een reactie posten