De verdwenen koning van Frankrijk, Deborah Cadbury
Lodewijk-Karel was het derde kind van Marie Antoinette en Lodewijk XVI. Hij werd geboren in 1785 en toen zijn oudere broertje overleed aan tuberculoze, was de Lodewijk de nieuwe dauphin, kroonprins, van Frankrijk. Helaas brak in 1789 de Franse revolutie uit en de haat van de bevolking richtte zich vooral tegen Marie Antoinette. Zij had weliswaar flink wat fouten, maar door een jarenlange lastercampagne waren veel mensen ervan overtuigd dat Marie Antoinette eigenhandig verantwoordelijk was voor hun slechte omstandigheden.
De koninklijke familie werd in oktober 1789 door een groep boze Parijse vrouwen meegenomen van Versailles naar Parijs, waar ze in het paleis van de Tuilerieën voortaan in de gaten werden gehouden. De sfeer in Parijs was explosief en regelmatig waren er momenten dat het leven van de koning en zijn gezin bedreigd werd door groepen woedende burgers die om hun bloed schreeuwden. De familie probeerde in 1791 te vluchten, maar dit mislukte en ze werden weer teruggevoerd naar Parijs.
In 1792 nam het revolutionaire stadsbestuur de macht over in Parijs en het paleis van de koning werd bestormd. Daarna werd de koninklijke familie opgesloten in een middeleeuws fort, de Tour du Temple.
Voor de jonge dauphin was het leven volkomen veranderd. Hij was een aardig en open kind, maar door alles wat hij had meegemaakt, was hij schrikachtig geworden. De dagelijkse vernederingen in de Temple waar de familie mee te maken kreeg, eisten ook hun tol.
Nadat Lodewijk XVI in 1793 ter dood was veroordeeld en was onthoofd, werd de dauphin door velen in Frankrijk en daarbuiten gezien als de nieuwe rechtmatige vorst, Lodewijk XVII.
De revolutionairen zaten echter een beetje in hun maag met de jongen. Ze wilden niet meteen een moord op een kind plegen, maar als hij zou overlijden zou dat goed uitkomen. Er werd besloten dat de jongen niet meer bij zijn moeder mocht blijven, maar heropgevoed moest worden. Als 'leraar' werd een praktisch analfabete schoenlapper aangesteld, die echter wel heel goed was in drinken, mishandelen en vernederen.
Het doel was om de achtjarige jongen te breken, zodat hij zou vergeten dat hij ooit de dauphin van Frankrijk was geweest. Ze leerden hem drinken, vloeken en schunnige liedjes zingen. Hij werd dagelijks mishandeld en kon er nooit op vertrouwen of hij aardig behandeld zou worden of slaag kreeg. De mishandeling was lichamelijk, geestelijk en waarschijnlijk ook seksueel. Op deze manier wisten ze zelfs de jongen zo te hersenspoelen dat hij deel had in de beschuldigingen die tegen Marie Antoinette werden gebruikt om haar ter dood te veroordelen.
De jaren daarna werd de gruwelijke behandeling van de jongen opgevoerd, tot in 1795 bekend werd gemaakt dat 'de jongen Capet' was overleden. Er werd een autopsie uitgevoerd en de jongen werd daarna in een massagraaf begraven. Hij was nog maar tien jaar oud.
Zijn oudere zus Marie Thérèse werd vrijgelaten en vertrok naar Oostenrijk, met het idee dat haar broertje door de slechte behandeling in de gevangenis was overleden. Maar al snel kwamen de geruchten op gang. De dauphin zou de gevangenis uitgesmokkeld zijn en in zijn plaats was een ander kind gestorven.
Er doken in de jaren erna verschillende jongemannen op die beweerden de rechtmatige koning Lodewijk XVII te zijn. Sommigen waren heel overtuigend, anderen een stuk minder. Marie Thérèse heeft altijd geweigerd om hen te ontmoeten, hoewel ze naar enkelen wel een vertrouweling stuurde om de situatie in te schatten.
Verhalen veranderden, getuigen spraken elkaar tegen en allerlei documenten en voorwerpen die een licht op de gebeurtenissen konden laten schijnen waren verdwenen of op plekken terecht gekomen waar ze niet hoorden. Men probeerde meerdere malen om het onderzoek te heropenen, door graven te openen en in de 20e eeuw door haaranalyses. Maar de uitslag was nooit definitief.
Pas toen er dna onderzoek mogelijk was, kon men opnieuw onderzoek doen. Er was namelijk een hart dat bewaard werd in de Saint Denis, waarvan men zei dat het van Lodewijk XVII was, meegenomen door Ă©Ă©n van de artsen die in 1795 de autopsie deden op de jongen.
Was het mogelijk om dna uit dit hart te halen, was het mogelijk om dit te vergelijken met dna van Marie Antoinette (en waar haal je dat vandaan?), en kon er eindelijk een antwoord gegeven worden op de vraag of Lodewijk XVII in 1795 was overleden of dat misschien Ă©Ă©n van de pretendenten toch de waarheid had gesproken?
Deborah Cadbury heeft een uitermate boeiend verslag geschreven van deze hele situatie. Het leest als een trein en is goed gedocumenteerd. De eerste helft gaat over de komst van Marie Antoinette naar Frankrijk en het verloop van de revolutie. Het tweede deel gaat over het lot van de jonge Lodewijk en de vele pretendenten. In het laatste stuk komt het dna onderzoek. Dit vind ik altijd nogal technisch en moeilijk, maar hier is het goed te volgen en erg interessant.
Het is een hartbrekend boek, zeker als je leest over de gruwelijke behandeling die de jonge Lodewijk moest ondergaan en de maandenlange eenzame opsluiting in mensonterende omstandigheden. Het is bijna niet voor te stellen dat men een kind zoiets aan kon doen, maar hij werd niet gezien als een kind, hij was de 'tirannenzoon' en 'het wolvenjong'. Ik had de revolutionairen nooit hoog zitten, maar elk begrip dat je voor ze zou kunnen hebben, is na dit boek echt weg. Ik wilde ze het liefst opgraven en opnieuw vermoorden, zo kwaad was ik na het lezen van dit boek.
De verdwenen koning van Frankrijk is een uitstekend geschreven, interessant, maar vooral triest stukje Franse geschiedenis, over een jongen die vermorzeld werd door de gebeurtenissen waar hij geen invloed op had.
Originele Engelse titel: the lost king of France (2002)
Nederlandse uitgave 2004 door uitgeverij Bert Bakker
Nederlandse vertaling: Han van der Vegt
Bladzijdes: 316
Reacties
Een reactie posten