Museé de l'Orangerie

Het glazen dak van de Orangerie
De orangerie
Aan het einde van de Tuilerieën, vlak bij de Place de la Concorde, werd in 1852 een Orangerie neergezet.

Hier werden in de winter de sinaasappel boompjes van de tuinen van de Tuilerieën in bewaard, zodat ze de kou konden overleven.

Na de val van het Keizerrijk en de Commune van Parijs van 1871 waarbij het paleis van de Tuilerieën in vlammen opging, bleef de Orangerie bestaan. Nog altijd werd het gebouw gebruikt om de sinaasappelboompjes te laten overwinteren, maar er werden ook concerten en  evenementen gehouden.

Na 1920 ontstond het idee om er een museum van te maken, dat hedendaagse kunstenaars zou laten zien.

Claude Monet had in na de Eerste Wereldoorlog een aantal grote panelen, beschilderd met waterlelies, aan de staat geschonken. President Georges Clemenceau was degene die voorstelde om deze panelen in het nieuwe museum van de Orangerie tentoon te stellen.
Detail waterlelies, Claude Monet
Het duurde even voordat dit gerealiseerd zou worden en helaas stierf Claude Monet een paar maanden voor de opening van het museum in 1927.
Detail Waterlelies, Claude Monet
De waterlelies
Vele malen schilderde Monet de waterlelies in zijn tuin in Giverney, maar nooit zo groots als tijdens de Eerste Wereldoorlog.

Gedurende de oorlog schilderde hij aan enorme panelen, die hij op de dag van de wapenstilstand in 1918 aanbood aan de staat, als tastbaar symbool van vrede. Zijn vriend Georges Clemenceau was hierin behulpzaam.

Claude Monet was niet altijd tevreden over zijn eigen werk en bleef schaven en opnieuw schilderen. Ook vernietigde hij regelmatig een stuk. Over de plaatsing van de schilderijen dacht hij ook goed na, op welke manier zouden zijn panelen het best tot hun recht komen? Het duurde dan ook tot 1926 voor alles compleet en klaar was in het museum. 
Een van de panelen (een deel) met Waterlelies.
In totaal hangen er nu acht panelen, met een hoogte van 1 meter 97 en van verschillende lengte, samen bijna honderd meter lang.
Ze hangen in twee ovale zalen, die samen het symbool voor eeuwigheid vormen, met een gefilterd, natuurlijk licht.
Een ander deel van een van de panelen. 
De Waterlelies zijn ongelofelijk mooi en stilmakend. Prachtige kleuren, en zoveel details, terwijl je tegelijkertijd een groot gevoel van rust krijgt.
Als je houdt van de Impressionisten, moet je de Waterlelies een keer gezien hebben. Het is niet voor niets dat André Masson in 1952 deze werken ‘de Sixtijnse kapel van het Impressionisme’ noemde.

Andere collecties
Na de Tweede Wereldoorlog kreeg het museum nog een andere collectie erbij, geschonken door Domenica Walter, de weduwe van Paul Guillame en later van Jean Walter. Haar beide echtgenoten waren verzamelaars van kunst geweest, vooral haar eerste echtgenoot die kunsthandelaar was. Zij wilde de wens van Paul Guillame inwilligen en de collectie aan de staat geven, die de Orangerie een geschikte locatie vond.
Cézanne. Peer en groene appels 1873
Het museum werd verbouwd en in 1977, na de dood van Domenica, werden de bijna 150 schilderijen permanent toegevoegd aan het Museé de l’Orangerie.

Prachtige werken van onder andere Renoir, Cézanne, Monet, Picasso, Modigliano, Marie Laurencin en Maurice Utrillo vormen een bijzonder mooie collectie van 19e eeuwse en vroeg 20e eeuwse kunst.

Ik kan bijna niet zeggen hoezeer ik heb genoten van dit mooie museum en de bijzondere schilderijen die hier hangen. De Waterlelies benamen me bijna de adem, zo mooi vond ik die, en de andere schilderijen vormden een waardevolle aanvulling. Ik was verbaasd en verrukt over de diversiteit van de collectie en hoeveel moois daartussen te zien was. Zo heb ik nu Marie Laurencin ontdekt, waar ik graag meer over wil weten.
Marie Laurencin.
Spaanse danseressen, 1920
Fijn ook dat dit museum niet superdruk is, hoewel de hoeveelheid filmende toeristen bij de Waterlelies soms een beetje irritant was. Ik was in ieder geval blij dat ik de Waterlelies eindelijk eens heb gezien.

Boek
Een paar weken geleden zag ik in de boekhandel dit prachtige boek liggen: Mad enchantment van Ross King. Ik ken hem van boeken over de Duomo in Florence en het prachtige; The judgement of Paris over Manet. (hier)

Mad enchantment gaat over Monet en de totstandkoming van de Waterlelies. Het is, zoals al zijn boeken, zeer prettig geschreven en staat boordevol details over het leven van Monet, Giverny, de situatie in Frankrijk en de uiteindelijke plaatsing van de Waterlelies in het museum.

De uitvoering is ongelofelijk mooi. Het is een gebonden boek en de cover is bedrukt met de waterlelies.

Zeer de moeite waard voor iedereen die meer over Monet en de Waterlelies wil weten.

Uitgegeven in 2016
Nog geen Nederlandse vertaling beschikbaar.

Reacties

  1. Dit is mijn allerlievelingskunstmuseum... ben er twee keer geweest: een keer alleen (kon ik lekker lang blijven kijken naar de waterlelies, toen de rest en toen nog een keer de waterlelies) en later nog eens met mijn moeder en mijn zus, want die moesten dit zien van mij toen we samen in Parijs waren. Zucht, wat mooi.

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Prachtig he? Ik heb er ook zo van genoten en ik denk dat dit één van die musea zal zijn waar ik bijna elke keer dat ik in Parijs ben even langs wil gaan.
      Ik vond de Waterlelies zó mooi, dat ik daadwerkelijk een soort 'ooohhh' uitriep, toen ik de zaal binnenkwam. De suppoost moest er een beetje om lachen :-)

      Groetjes,

      Verwijderen

Een reactie posten

Populaire posts