Wat stilte wil, Arthur Japin
Anns's broer Willem had de kunstacademie gedaan en woonde in Amsterdam waar hij een atelier had en veel rondhing bij zijn vrienden, die later bekend zouden komen te staan als De tachtigers. Deze groep schrijvers, dichters en kunstenaars wilden het literaire landschap opschudden en nieuwe wegen inslaan.
Anna kon prachtig zingen en wilde dolgraag naar het conservatorium, maar haar vader was hier mordicus op tegen. Een dochter die mooi kon zingen was aardig en ze mocht muziekles nemen en met een paar liederen een huiselijk feestje opluisteren, maar een dochter die optrad op het toneel? Dat was onmogelijk.
En waar haar broer een toelage kreeg en alle vrijheid om zich aan zijn kunst te wijden en zelfs een verhouding met een Engelse cabaret-zangeres die ook nog een kind had hem niet kwalijk werd genomen, mocht Anna niet eens zonder chaperonne over straat lopen. Het verschil was duidelijk, een man had alle vrijheid, vrouwen hadden geen enkele vrijheid.
Anna verbleef vaak bij haar broer en maakte kennis met zijn vrienden, die haar bewonderden om haar passie en haar moed, maar dit was niet voldoende. Anna kwijnde weg in het afgebakende pad dat voor haar lag. Ze wilde nog één poging doen om uit te breken en besloot weg te lopen naar Duitsland, waar haar getrouwde muziekleraar verbleef, op wie zij verliefd was. Ze werd echter door haar familie onderschept en naar een inrichting gebracht. Het was namelijk duidelijk dat Anna zichzelf niet kon beheersen en een behandeling nodig had.
Anderhalf jaar later werd ze ontslagen omdat er weinig verbetering was en een verdere behandeling zinloos leek. Ze mocht naar Parijs om bij een vriendin van haar moeder te wonen. Hier kreeg ze zangles en mocht ze haar kunst verder ontwikkelen.
Er zou zelfs nog een concert komen, in het nieuwe concertgebouw in Amsterdam. Een concert waar voor Anna heel veel vanaf hing, omdat ze hier moest bewijzen dat haar passie gegrond was en haar gevecht om te mogen zingen gerechtvaardigd was. De vraag is natuurlijk of ze dit waar kan maken.
Ik houd van Arthur Japin's historische romans en Wat stilte wil is geen uitzondering. Het verhaal van Anna is aangrijpend en triest en zelfs al begrijp je vanaf het begin hoe het waarschijnlijk af zal lopen, het blijft boeien. De onrechtvaardigheid van haar lot schrijnt, ook nu nog.
Maar toch vond ik het een minder mooi boek dan de vorige die ik van hem gelezen heb. Dit ligt wat mij betreft aan twee dingen. Arthur Japin lijkt in zijn schrijfstijl in dit boek de 19e eeuw een beetje te willen imiteren, met allerlei mooie zinnen en beschrijvende woorden die hij aan elkaar rijgt. Dit deed mij echter nogal gekunsteld aan. Louis Couperus deed dat beter, zal ik maar zeggen.
Het tweede probleem zijn die Tachtigers, naar wie heel veel aandacht gaat, maar wat een stelletje pretentieuze sneuneuzen waren dat. Alleen Frederik van Eeden komt er sympathiek vanaf, de rest zou je zo dronken de gracht in willen duwen. Hun gedoe en vervelende gezeur interesseerde me echt niks en het deed af aan het verhaal van Anna.
Maar buiten die twee punten, die natuurlijk voor een andere lezer weer heel anders kunnen zijn, vond ik het opnieuw een mooie historische roman van Arthur Japin, over een vrouw die ik meer gunde dan ze heeft gekregen.
Uitgegeven in 2022 door uitgeverij De Arbeiders Pers
Bladzijdes: 322
Hoi Bettina "sneuneuzen"??, van dat woord heb ik nog nooit gehoord. Is het zelf bedacht, dan is het een mooie vondst. Groetjes, Erik
BeantwoordenVerwijderenVolgens mij is het gewoon een bestaand woord, ik heb het denk ik ergens gelezen. Maar het drukt het heel goed uit.
VerwijderenGroetjes,