Historie van mejuffrouw Sara Burgerhart, Betje Wolff en Aagje Deken
Een oude vriendin nodigt haar uit om te komen wonen in het huis van een lieve weduwe, waar de vriendin zelf ook woont. De weduwe is een eerzame en lieve vrouw die echter na een ongelukkig huwelijk al haar geld was kwijt geraakt en nu rond moet komen door jonge dames als kostgangers te hebben.
De voogd van Sara, de heer Blankaart, geeft graag zijn toestemming voor de verhuizing, want hij heeft met kwezels niks op en met tante al helemaal niet.
De weduwe Buigzaam waar Sara komt te wonen is een godsgeschenk, zij neemt een beetje de plaats in van de moeder die Sara heeft verloren.
Sara is een goedhartige jonge vrouw, maar ze wil nu van het leven genieten. Een beetje lezen, winkelen en piano spelen en dat is alles, en naar de liefde staat haar hoofd nog helemaal niet. Ze slaat geen acht op de waarschuwingen die haar lieve en verstandige vriendin Anna haar geeft, maar denkt dat er geen kwaad in zit om een beetje met deze of gene te flirten of een geintje uit te halen. Hoewel Sara dan ook wel weer zo is dat als ze iemand hoog acht, ze daar geen spelletjes mee speelt.
Ze is een beetje naĂŻef, en dit zorgt ervoor dat ze een grote inschattingsfout maakt als de heer R. haar uitnodigt om 'bloemen te komen bekijken', hoewel dit veel slechter af had kunnen lopen en Sara gelukkig zonder grote consequenties aan hem kan ontsnappen.
Uiteindelijk komt alles goed, alle jonge dames in het verhaal krijgen een echtgenoot die hen waard zijn en ze kunnen als redelijke burgers hun plaats in de samenleving innemen.
Briefroman
Nadat ik de biografie over Betje Wollf van Marita Matthijsen had gelezen (bespreking HIER), vond ik dat ik zelf ook maar eens haar meest bekende werk moest lezen. Gelukkig bleek er van Sara Burgerhart een hertaling te zijn, want als ik eerlijk ben kan ik een paar regels 18e eeuw Nederlands aan, maar geen hele roman.
Historie van mejuffrouw Sara Burgerhart was de eerste brievenroman in de Nederlandse literatuur en was een groot succes toen het uitkwam. In 175 brieven, geschreven door in totaal 24 personen, wordt het hele verhaal verteld. Dit maakt dat er een enorme levendigheid in het verhaal zit, want personages vertellen wat er is gebeurd, en in een andere brief krijg je het antwoord of een heel andere kijk op de zaak. Het is mooi hoe Betje Wolff en Aagje Deken erin geslaagd zijn om elk personage een andere, herkenbare stem te geven.
Abraham Blankaart is rechtuit en lijkt me een geweldig leuke en lieve man, weduwe Buigzaam is een schat, Anna wil je zelf als vriendin hebben en Sara zelf is een dot van een meid. Tegelijkertijd erger je je aan tante Hofland, en griezel je van de hypocriete refo's als zuster Slimpslamp en broeder Benjamin en raak je ten zeerste ontroerd door de oude dienstbode Pieternel.
Het inkijkje dat je met dit boek krijgt in de manier waarop er geleefd werd eind 18e eeuw in Nederland is erg interessant, vooral de vriendschappen tussen vrouwen en waar vrouwen mee te maken krijgen wordt goed duidelijk. Op het einde van het boek zijn er bijvoorbeeld de brieven tussen Sara en Anna, als ze allebei zwanger zijn en zich enorm veel zorgen maken over de bevalling. Geen wonder als je weet hoeveel vrouwen er in die tijd in het kraambed stierven!
Je leert over de omgangsvormen, de mode, de inrichting van huizen, de medische praktijk en de manier waarop de verschillende religieuze stromingen naar elkaar kijken en over elkaar denken.
Tegelijkertijd beperkt de vorm van de briefroman het geheel ook een beetje, het is niet altijd logisch dat als er net iets ergs is gebeurd, je eerst een brief gaat schrijven. Een directe scene zou dan meer indruk maken, maar een roman zoals we die nu kennen bestond toen nog niet, dus we zullen het met brieven moeten doen. En ik moet nageven dat ik dat over het algemeen heel geslaagd vind.
Toch begon zo op 2/3 van het boek het verhaal me een beetje te vervelen. Het ging nergens naar toe en de moralistische gesprekken werden ook wat teveel van het goede.
Betje Wolff en Aagje Deken waren fervente aanhangers van de Verlichting, de 18e eeuwse stroming die uitging van verstandelijk denken (de Rede) en dat als mensen maar genoeg kennis hadden ze betere, want redelijkere, keuzes zouden maken.
Sara Burgerhart was dan ook expliciet bedoeld om de meisjes van Nederland op te voeden tot jonge vrouwen die hun verstand gebruikten en goede keuzes zouden maken. Vrouwen die deugdzaam waren en een redelijk, (en dus protestants!) Christendom aanhingen, zonder fanatisme en zonder gehuichel, maar vanuit een oprechte vroomheid. En die uiteindelijk de gewone regels van de maatschappij zouden volgen door te trouwen en moeder te worden en op hun beurt hun kinderen weer op te voeden tot redelijke burgers.
Maar ondanks dat dit op sommige punten wat saai wordt, heb ik het toch met heel veel plezier gelezen. De hertaling van Tonnus Oosterhoff leest heerlijk, in vlot en modern Nederlands. De taal hoeft dus geen enkele belemmering te vormen om dit boek te lezen. Het is dan wel bijna 250 jaar geleden geschreven, maar doet op veel punten nog heel fris aan en heeft personages waar je van kunt houden.
Originele uitgave 1782
Hertaling door Tonnus Oosterhof 2021, door uitgeverij kleine uil
Bladzijdes: 420
Interessant! Als ik het mij goed herinner, heb ik dit boek als tiener gelezen voor school. Volgens mij beviel het me toen wel.
BeantwoordenVerwijderendat was ik dus ;-)
VerwijderenHa, google blijft een beetje gek doen! Leuk dat jij het al kent en gelezen hebt. Ik kan me herinneren dat we op school Multatuli moesten lezen en ongetwijfeld is dit boek ter sprake gekomen, maar we hebben het toen niet gelezen, hooguit een fragment, maar dat herinner ik me absoluut niet.
VerwijderenGroetjes,
Maar goed, mocht je een hernieuwde kennismaking willen, dan is deze hertaling echt aan te bevelen!!
VerwijderenGroetjes, (ik was iets te snel met mijn vorige antwoord)