Tentoonstelling: Brancusi, the birth of modern sculpture

Hoofd van een slapend kind (1921)
Constantin Brancusi werd geboren in 1876 in Roemenië en hij zou één van de grooste beeldhouwers worden. Hij wordt zelfs als de grondlegger van de moderne beeldhouwkunst gezien. 

Hij studeerde eerst in Boekarest, maar toen hij 28 was, ging hij richting Parijs, waar hij meer mogelijkheden had om zich te ontwikkelen. Hij legde die reis trouwens grotendeels te voet af!

Hij studeerde in Parijs aan de École des Beaux Arts, en werkte korte tijd in het atelier van Auguste Rodin. Hier stopte hij echter na enkele maanden. Brancusi wilde namelijk direct met het materiaal werken en niet eerst kleimodellen maken. 
Hij wilde namelijk doordringen naar de essentie van wat hij zag, wat was de meest pure vorm? In dat zoeken naar de essentie werd zijn werk steeds abstracter. 

In de eerste jaren leverde hem dit weinig waardering op. De gevestigde kunstenaars dreven de spot met hem en het grote publiek snapte het niet. Maar langzamerhand zou dit veranderen. Brancusi wekte mee aan tentoonstellingen en kreeg een aantal grote solo-tentoonstellingen, zelfs in de VS.

Brancusi vond een atelier waar hij tot het einde van zijn leven zou werken, en andere kunstenaars zoals Modigliani en Man Ray kwamen hier graag op bezoek. De meubels in dit atelier had hij zelf gemaakt. 
Voor Brancusi was het belangrijk dat zijn werk in het atelier een eenheid vormde, en hij stelde hier ook zijn werk ten toon, vaak in wisselende samenstellingen. Om ervoor te zorgen dat de eenheid bewaard zou blijven, liet hij al zijn werk na aan de Franse staat. 

De kus (1923-25)


In de jaren '20 was Brancusi's werk besproken in het Nederlandse kunsttijdschrift De stijl en het werd goed ontvangen. Brancusi had in totaal zes tentoonstellingen hier in Nederland, waarvoor Brancusi zelf met de trein zijn beelden kwam brengen! 
En nu, vijftig jaar na de laatste tentoonstelling, is zijn werk opnieuw te zien in het H'art museum in Amsterdam (voorheen de Hermitage). 

Het is een mooie tentoonstelling en wat mij zo trof in de beelden is dat je eerst er niks in ziet, maar als je goed kijkt, vanuit verschillende hoeken, dan zie je opeens wat Brancusi probeerde te vangen. Portretten, dierenfiguren, mensfiguren en nog veel meer in een absolute essentie. 

Bij het beeld van de zeehond, of de vis, laat hij alle overbodige details achterwege, om de beweging van het dier te laten zien, de vis die voorbij komt flitsen, de zeehond die soepel door het water glijdt. 
De haan (1935)

Zeehond (1943)

Vis (1924)


Mooi ook is het gebruik van verschillende materialen als brons, metaal, hout en steen, dit geeft een goed beeld van hoe divers Brancusi was als kunstenaar. Daarnaast zijn er ook nog allerlei foto's te zien die hij maakte en stukjes film, en krijg je een inkijkje in het atelier van Brancusi. 



Je kunt hier nog tot 18 januari 2026 naar toe, dus als je in de Kerstvakantie tijd hebt, zou ik het zeker aanraden! Daarna moet je voor deze werken weer naar Parijs, want ze zijn in bruikleen van het Centre Pompidou. 

(als er geen naam van het werk onder een foto van een beeld staat, ben ik vergeten om het bordje te fotograferen :-()

Reacties

Populaire posts