Starry night, Martin Bailey
Vincent van Gogh woonde in 1888 in het zuiden van Frankrijk, in de stad Arles. Hij woonde hier in een geel huis en hoopte dat het een trefpunt van kunstenaars zou worden, waar kunstenaars van elkaar zouden leren en elkaar zouden inspireren.
Helaas kwam alleen Paul Gaugain en de maanden waarin ze daar samen woonden waren niet erg gelukkig. Ja, ze schilderden samen, maar er waren ook verschrikkelijke ruzies. Helaas ging het voor Van Gogh helemaal mis en hij kreeg een soort psychotische episode waarbij hij een deel van zijn oor afsneed. Dit was het einde van de samenwerking en eigenlijk ook het einde van de droom.
Enkele maanden later, in mei 1889, werd besloten dat het beter was als Vincent niet in Arles zou blijven, maar naar een inrichting zou gaan.
Hij werd door de dominee in Arles begeleid naar de inrichting Saint-Paul vlak bij het stadje Saint-Rémy. Hier zou Vincent iets meer dan één jaar verblijven. Hij was hier op vrijwillige basis en had een redelijke bewegingsvrijheid, hij mocht tochten in de omgeving maken om te schilderen en ging zelfs enkele keren terug naar Arles.
Ook had hij een extra kamer die hij als studio kon gebruiken. Vincent's werktempo was verbluffend, een gemiddelde van een schilderij voor elke twee dagen. Honderdvijftig van deze schilderijen en tekeningen bestaan nog, enkele tientallen zijn verloren gegaan.
Doordat Vincent in de inrichting verstoken was van de invloed van andere kunstenaars, is het duidelijk dat zijn kunst een nieuwe richting op ging, volkomen origineel.
Zijn broer Theo, die ondertussen getrouwd was en waar binnenkort het eerste kind verwacht werd, was enthousiast over de werken die zijn broer hem toestuurde. Vincent kreeg ook aandacht in de pers en er waren enkele grote tentoonstellingen waar zijn schilderijen werden geëxposeerd. Je zou kunnen zeggen dat het tij eindelijk leek te keren voor Vincent, er was positieve aandacht en goede kritieken en men vond zijn werk mooi.
Helaas ging het in de inrichting niet zo goed heel. Vier keer kreeg hij een ernstige terugval, waarin het hem zelfs verboden werd om te schilderen omdat hij zich probeerde te vergiftigen met de verf. Er waren in die tijd ook nog geen mogelijkheden om geesteszieken te genezen. Er waren gelukkig geen slechte behandelingen en kwellingen meer, maar de psychiatrie stond nog in de kinderschoenen en had geen mogelijkheden om te behandelen.
Vincent besloot uiteindelijk om te vertrekken. Hij miste zijn broer en wilde nu ook kennis maken met zijn pasgeboren neefje voor wie hij de prachtige bloeiende Amandelbloesem had geschilderd.
In mei 1890 kwam hij naar Parijs, waar Theo hem opwachtte. Enkele dagen later vertrok Vincent naar Auvers, waar hij twee maanden later zelfmoord zou plegen.
Martin Bailey is gespecialiseerd in Vincent van Gogh, zo heeft hij verschillende boeken over hem geschreven en tentoonstellingen georganiseerd.
In Starry night, Van Gogh at the asylum richt hij zich op het jaar dat Vincent in Saint-Paul verbleef. Hij heeft archieven door geplozen en nog niet eerder gebruikt materiaal, en kan op die manier een prachtig overzicht geven van Vincents verblijf. Van zijn aankomst tot zijn vertrek, de mede-patienten, waar hij naar toe ging en wat hij meemaakte, alles komt terug.
Op een prachtige manier zijn de schilderijen die Vincent hier maakte verwerkt. De platen zijn schitterend en vol kleur en geven een enorme meerwaarde aan dit boek, dat natuurlijk inzoomt op slechts een klein deel van Vincents leven. Maar het is wel een heel belangrijk jaar geweest, zowel voor Vincent zelf als voor zijn kunst.
Dit boek weet uitstekend de balans te vinden tussen historisch onderzoek en kunsthistorische interpretaties van schilderijen. Starry night vond ik zeer interessant, hoewel de triestheid van het geheel je af en toe een beetje bij de keel grijpt. Het is dan ook een boek dat iemand die geïnteresseerd is in Vincent van Gogh eigenlijk niet mag missen.
Uitgegeven in 2018
Bladzijdes; 191
(Nog) geen Nederlandse vertaling
Helaas kwam alleen Paul Gaugain en de maanden waarin ze daar samen woonden waren niet erg gelukkig. Ja, ze schilderden samen, maar er waren ook verschrikkelijke ruzies. Helaas ging het voor Van Gogh helemaal mis en hij kreeg een soort psychotische episode waarbij hij een deel van zijn oor afsneed. Dit was het einde van de samenwerking en eigenlijk ook het einde van de droom.
Enkele maanden later, in mei 1889, werd besloten dat het beter was als Vincent niet in Arles zou blijven, maar naar een inrichting zou gaan.
Hij werd door de dominee in Arles begeleid naar de inrichting Saint-Paul vlak bij het stadje Saint-Rémy. Hier zou Vincent iets meer dan één jaar verblijven. Hij was hier op vrijwillige basis en had een redelijke bewegingsvrijheid, hij mocht tochten in de omgeving maken om te schilderen en ging zelfs enkele keren terug naar Arles.
Ook had hij een extra kamer die hij als studio kon gebruiken. Vincent's werktempo was verbluffend, een gemiddelde van een schilderij voor elke twee dagen. Honderdvijftig van deze schilderijen en tekeningen bestaan nog, enkele tientallen zijn verloren gegaan.
Ook historische foto's en documenten zijn opgenomen. |
Doordat Vincent in de inrichting verstoken was van de invloed van andere kunstenaars, is het duidelijk dat zijn kunst een nieuwe richting op ging, volkomen origineel.
Zijn broer Theo, die ondertussen getrouwd was en waar binnenkort het eerste kind verwacht werd, was enthousiast over de werken die zijn broer hem toestuurde. Vincent kreeg ook aandacht in de pers en er waren enkele grote tentoonstellingen waar zijn schilderijen werden geëxposeerd. Je zou kunnen zeggen dat het tij eindelijk leek te keren voor Vincent, er was positieve aandacht en goede kritieken en men vond zijn werk mooi.
Helaas ging het in de inrichting niet zo goed heel. Vier keer kreeg hij een ernstige terugval, waarin het hem zelfs verboden werd om te schilderen omdat hij zich probeerde te vergiftigen met de verf. Er waren in die tijd ook nog geen mogelijkheden om geesteszieken te genezen. Er waren gelukkig geen slechte behandelingen en kwellingen meer, maar de psychiatrie stond nog in de kinderschoenen en had geen mogelijkheden om te behandelen.
Vincent besloot uiteindelijk om te vertrekken. Hij miste zijn broer en wilde nu ook kennis maken met zijn pasgeboren neefje voor wie hij de prachtige bloeiende Amandelbloesem had geschilderd.
In mei 1890 kwam hij naar Parijs, waar Theo hem opwachtte. Enkele dagen later vertrok Vincent naar Auvers, waar hij twee maanden later zelfmoord zou plegen.
Twee zelfportretten uit de inrichting. |
Martin Bailey is gespecialiseerd in Vincent van Gogh, zo heeft hij verschillende boeken over hem geschreven en tentoonstellingen georganiseerd.
In Starry night, Van Gogh at the asylum richt hij zich op het jaar dat Vincent in Saint-Paul verbleef. Hij heeft archieven door geplozen en nog niet eerder gebruikt materiaal, en kan op die manier een prachtig overzicht geven van Vincents verblijf. Van zijn aankomst tot zijn vertrek, de mede-patienten, waar hij naar toe ging en wat hij meemaakte, alles komt terug.
Op een prachtige manier zijn de schilderijen die Vincent hier maakte verwerkt. De platen zijn schitterend en vol kleur en geven een enorme meerwaarde aan dit boek, dat natuurlijk inzoomt op slechts een klein deel van Vincents leven. Maar het is wel een heel belangrijk jaar geweest, zowel voor Vincent zelf als voor zijn kunst.
Dit boek weet uitstekend de balans te vinden tussen historisch onderzoek en kunsthistorische interpretaties van schilderijen. Starry night vond ik zeer interessant, hoewel de triestheid van het geheel je af en toe een beetje bij de keel grijpt. Het is dan ook een boek dat iemand die geïnteresseerd is in Vincent van Gogh eigenlijk niet mag missen.
Uitgegeven in 2018
Bladzijdes; 191
(Nog) geen Nederlandse vertaling
Reacties
Een reactie posten