Cécile en Elsa, strijdbare freules, Elisabeth Leijnse
Cécile en Elsa de Jong van Beek en Donk werden in 1866 en
1868 geboren, als kinderen van de vooruitstrevende aristocraat Jan de Jong van
Beek en Donk en zijn vrouw Anna.
Ze groeiden op als eigengereide jongedames, die hun mening
niet onder stoelen of banken staken. Zo waren ze vóór Wagner, tegen
katholieken, tegen burgerlijke mensen, vóór de verheffing van de arbeiders en
lichtelijk antisemitisch.
De freules stoorden zich over het algemeen niet aan
normale conventies. Van hun ouders hadden ze meegekregen dat ze aan hun
adellijke afkomst verplicht waren zich in te zetten voor de minder bedeelden.
De beide zusjes waren in hun jeugd aan elkaar verknocht,
verenigd in de liefde van een toegefelijke vader en de zorg voor een aan
morfine verslaafde moeder. Ze zouden beiden terechtkomen in een huwelijk dat
niet geconsumeerd werd.
Cécile trouwde met de schatrijke burgerlijke zakenman Adriaan
Goekoop, die zij Paul noemde omdat ze Adriaan een lelijke naam vond. Voor
Cécile was Paul vooral patiënt en niet zozeer echtgenoot en hoewel hij zijn
best deed om haar bij te houden, werd uiteindelijk een scheiding uitgesproken.
Elsa trouwde met de katholieke componist Alphons Diepenbrock
en zou zichzelf jarenlang op het tweede plan zetten omdat haar man als
componist en kunstenaar steun nodig had. Pas nadat Diepenbrock na negen jaar
huwelijk verliefd werd op een jonge leerlinge, kreeg hij het ook voor elkaar om
bij zijn vrouw twee dochters te verwekken.
Het gezin Diepenbrock |
Cécile was ondertussen het boegbeeld van de nieuwe beweging
voor vrouwenemancipatie in Nederland geworden. Ze wist haar organisatievermogen
en niet te onderschatten overredingskracht hiervoor in te zetten. Zo was ze de
drijvende kracht achter de tentoonstelling voor vrouwenarbeid en schreef de
feministische roman Hilda van Suylenburg,
die destijds veel indruk maakte.
Maar de verhouding tussen de twee zusters begon toch minder
te worden. Cécile nam het Elsa kwalijk dat ze tijdens de scheiding de kant van
Paul had gekozen en Elsa nam Cécile kwalijk dat ze zich overal mee bemoeide.
Na haar scheiding ging Cécile naar Frankrijk waar ze opnieuw
trouwde met de Pools-Joodse chemicus Michel Frenkel. Cécile was altijd nogal
uitgesproken geweest in haar opvattingen en nu werd ze steeds fanatieker in
haar liefde voor Frankrijk.
Cécile op latere leeftijd |
Ze werd zelfs lid van de reactionaire groepering Action Française en tijdens de Eerste
Wereldoorlog bekeert ze zich tot het katholicisme, omdat volgens haar alleen
een sterke kerk Frankrijks beschaving kon beschermen. Dit was ook de reden dat
ze steeds antisemitischer werd, net zoals haar echtgenoot (nota bene zelf
Joods). Voor hen was het Jodendom een bedreiging van de eenheid van Frankrijk.
Elsa zou in 1920 ook katholiek worden, om haar echtgenoot
dichterbij te komen. Lang had ze zich verzet en had ze vol minachting het
katholicisme van haar man beschouwd. Met moeite was ze akkoord gegaan met de
eis om de kinderen Rooms op te voeden. Maar in 1920 volgde ze in het voetspoor
van haar zuster en bekeerde ze zich.
Maar voor Elsa was het meer een persoonlijke en niet zozeer
en politieke keuze, haar bekering maakte de laatste maanden van haar huwelijk
een stuk beter dan de jaren ervoor en zorgde ervoor dat ze het uiteindelijke verlies van
Diepenbrock beter kon dragen.
En waar Cécile steeds radicaler werd, kreeg Elsa juist meer inzicht in de situatie voor de Joden in de jaren ’30, nadat een jonge Joods-Duitse vluchteling een tijdlang bij haar thuis woonde. Met schaamte herinnerde ze zich hoe gemakkelijk ze zich vroeger schamper had uitgelaten over Joden.
En waar Cécile steeds radicaler werd, kreeg Elsa juist meer inzicht in de situatie voor de Joden in de jaren ’30, nadat een jonge Joods-Duitse vluchteling een tijdlang bij haar thuis woonde. Met schaamte herinnerde ze zich hoe gemakkelijk ze zich vroeger schamper had uitgelaten over Joden.
Elsa zou in 1939 sterven, tot het laatst een trouwe
beschermster van de erfenis van de componist met wie ze al die jaren getrouwd
was.
Cécile stierf in 1944, naar verluidt net op tijd om een
proces wegens collaboratie te voorkomen.
Cécile en Elsa,
strijdbare freules is een ontzettend boeiende biografie. Soms heb je dat
een biografie halverwege inzakt en als er twee mensen besproken worden is soms
de één een stuk interessanter dan de ander. Daar is hier geen sprake van. Elisabeth Leijnse is erin geslaagd om de
beide zussen evenveel tijd een aandacht te geven en ze zo te beschrijven dat je
aandacht geen moment verslapt.
Bovendien is het bijzonder goed en prettig geschreven. Geen
rare, kromme zinnen, maar helder en compact, met precies genoeg details om het
interessant te maken en te weinig omwegen om het langdradig te laten worden.
Niet alleen de levens van de twee zussen komt naar voren,
maar ook heel mooi wordt de tijd waarin zij leefden duidelijk. Dit vloeit heel
gemakkelijk en natuurlijk in het verhaal, zonder dat het onderbroken wordt door
langdradige details.
De verhoudingen tussen de socialisten en de feministen
worden interessant neergezet en duidelijk wordt waarom ze niet samenwerkten,
hoewel beide groeperingen hetzelfde doel hadden.
De haat en nijd tussen de verschillende vrouwen in de
vrouwenbeweging, de problemen met het opzetten van de Tentoonstelling voor
vrouwenarbeid, de ontwikkelingen binnen Nederlandse muziekwereld en de invloed die Cécile en Elsa uitoefenen op
wat bijvoorbeeld het begin van de Vogelbescherming zou worden, komen allemaal
aan bod.
Cécile en Elsa,
strijdbare freules heeft in 2016 niet alleen de Libris geschiedenisprijs,
maar ook de Biografieprijs gekregen en deze prijzen zijn naar mijn idee
volkomen verdiend, dit is een van de beste biografieën die ik ooit heb gelezen.
De roman Het grote zwijgen van Erik Menkveld gaat ook over Diepenbrock, zijn vrouw Elsa en hun huwelijk en de verhoudingen die ze hadden. Een prachtige roman die je moeiteloos naar het begin van de 20e eeuw transporteert en de mensen tot leven brengt. Ik heb het boek in ieder geval ademloos uitgelezen, want het taalgebruik is ook schitterend. En ik vond het leuk om de interpretatie van een romanschrijver te lezen, toen ik de feiten en de historische achtergrond al goed kende.
Ook dit boek raad ik ten zeerste aan, een mooie aanvulling.
Uitgegeven in 2015 door uitgeverij De Geus
Bladzijdes: 507
Ik ben niet zo van de biografieën, maar door je bespreking heb ik weer van alles te weten gekomen. Mooi!
BeantwoordenVerwijderenZo kan een boekbespreking natuurlijk ook zijn werk doen! :-)
VerwijderenIk kan je wel de prachtige roman aanbevelen, ik vond die iig schitterend!
Groetjes,
Hoi Bettina, een prachtige bespreking. Leuk ook om jouw bespreking en die van Koen naast elkaar te lezen. Ik denk dat ik het boek ongelezen laat. Groetjes, Erik
VerwijderenHet is een zeer goed geschreven boek, dus wat dat betreft kan ik het je wel aanraden, maar je kunt het natuurlijk ook gewoon bij onze besprekingen laten :-)
VerwijderenIk vond zelf de combinatie roman en biografie heel fijn.
Groetjes,