De maan en het vuur, Cesare Pavese

Het is net de Tweede Wereldoorlog komt een man terug naar het dorp van zijn jeugd in Piemonte. Het is niet helemaal zijn thuis, want als bastaard had hij geen thuis. Hij wist niet wie zijn moeder was of welk dorp zijn thuis had moeten zijn. 

Hij was als klein kind door het vondelingenziekenhuis uitbesteed aan een kleine boerderij waar het hard werken was.  Daarna werkte hij nog bij een pachter en later op het landgoed van de landheer. Hij nam echter de stap om weg te gaan, eerst naar Genua om in dienst te gaan en daarna richting Amerika. Hier werkte hij zich op en nu is hij rijk en is hij terug in het dorp waar hij is opgegroeid.

In het dorp heeft hij vooral contact met zijn oude vriend Nuto, die vroeger als jongeman speelde op de kermissen, bruiloften en partijen, maar nu eerzaam timmerman is geworden. 

De hoofdpersoon (zijn naam komen we nooit te weten), loopt rond, praat met mensen, bezoekt de plekken van zijn jeugd en haalt herinneringen op. 

Hij heeft het idee dat hij veranderd is, maar dat in het dorp alles hetzelfde gebleven is. Hij ziet namelijk dezelfde bittere armoede, dezelfde verschrikkelijke omstandigheden. Er lijkt niks veranderd te zijn in de mishandelingen, het harde werken en het moeizame leven. De mensen richten zich nog altijd naar de maan om te zien of ze kunnen oogsten of planten en geloven dat bij Midzomer de vreugdevuren nodig zijn om de aarde tot leven te wekken en een goede oogst te garanderen. Bijgeloof dat al eeuwen hetzelfde is en nog altijd aanwezig is. 

Tegelijkertijd zijn er toch tekenen dat er veel gebeurd is in de jaren dat de hoofdpersoon weg is geweest. De Tweede Wereldoorlog en de strijd tussen de fascisten en de partizanen is niet ongemerkt voorbij gegaan, zoals te merken is aan de lijken die af en toe op het land naar boven komen. Dit zijn de lijken van fascisten die door de partizanen zijn gedood en in het geheim zijn begraven, maar nu soms ontdekt worden. 

Het is uiteindelijk Nuto die de man verteld wat er gebeurd is met een aantal mensen die hij nog van zijn jeugd heeft gekend en welke sporen de oorlog heeft achtergelaten. Niemand is de oorlog ongeschonden doorgekomen, of ze nu aan de kant van de partizanen of de fascisten stonden.

De maan en het vuur is de laatste roman die Cesare Pavese heeft geschreven en voor mij is dit ook zijn mooiste. Ik las eerder van hem Jouw land (hier) en De mooie zomer (hier) en beide vond ik mooi. 

De maan en het vuur is geen lineair verhaal, maar het springt heen en weer in de tijd, van zijn vroege jeugd, Genua, zijn eerste tijd in Amerika en het nu. Toch is het absoluut niet moeilijk te volgen of nodeloos ingewikkeld.

Cesare Pavese kan in een enkele zin een wereld aan ellende en verdriet duidelijk maken, en in een enkele scene een hele situatie schetsen. Zijn schrijfstijl is indringend en er staat geen woord teveel in, maar neemt je ook mee in het verhaal. Je wil weten wat er gebeurt en hoe het met de mensen is gesteld. 

Cesare Pavese was schrijver van romans, korte verhalen en gedichten, maar hij vertaalde ook werken van Engelse en Amerikaanse auteurs. In 1950 won hij de Premio Stregha, één van de belangrijkste literaire prijzen in Italië. Kort erna pleegde hij echter zelfmoord, waarschijnlijk vanwege een onbeantwoorde liefde. Hij was nog maar 41 jaar. 

Ik ben blij dat dit boek nu opnieuw is uitgegeven door uitgeverij Cossee, want Cesare Pavese verdient het om nog altijd gelezen te worden en De maan en het vuur verdient nieuwe lezers. 


Originele Italiaanse titel: La luna e i falò (1950)

Deze Nederlandse uitgave 2024 door uitgever Cossee

Nederlandse vertaling: Max Nord (1984) en Mara Schepers (2024)

Bladzijdes: 207

Reacties

Populaire posts