Het eindexamen geschiedenis 2014

Vorige week is het eindexamen geschiedenis weer gemaakt door alle leerlingen van vmbo, mavo, havo en vwo. Ik had dit jaar opnieuw een 5havo groep die me af en toe verbaasd hebben met de dingen die ze hebben opgeschreven. Ik wil jullie een paar antwoorden dan ook niet onthouden.

De onderwerpen waren dit jaar opnieuw De Republiek en de VS 1865-1965.

De vraag: Willem van Oranje is 2x tot stadhouder benoemd, een keer in 1559 en een keer in 1572. Wie heeft hem beide keren benoemd en verklaar het verschil. 
Het juiste antwoord: in 1559 werd Willem door Filips II benoemd en in 1572 door de Staten van Holland en Zeeland. We waren in 1572 namelijk in oorlog met Spanje.
Volgens een leerling werd echter Willem van Oranje in 1559 door Johan van Oldebarnevelt benoemd en in 1572 door Johan de Witt.

De vraag: Het aannemen van de Land Lease Act door het Congres was een comprosmis. Ondersteun de bewering door aan te geven
  • Welk buitenlands beleid Roosevelt wilde voeren tav Europa
  • Welk bezwaar het Congres hiertegen had
  • Waarom de LLA als een overwinning van Roosevelt gezien kan worden.
  • Waarom de LLA als een overwinning voor het Congres gezien kan worden.
Het juiste antwoord:
Roosevelt wilde GB hulp geven in WOII/ het fascisme bestrijden maar het Congres wilde vasthouden aan het Isolationisme en de neutraliteitswetten. Door de LLA gaf Amerika inderdaad hulp aan GB, dus een overwinning voor Roosevelt, maar er werd niet actief meegedaan, dus de neutraliteit kwam niet in gevaar, dus een overwinning voor het Congres.
Volgens een leerling: Roosevelt wilde wel iets doen, maar mocht dat niet en toen wilde het Congres iets anders. Maar toen deden ze allebei iets en daarom hadden ze allemaal gewonnen.

De vraag: Na de Tweede Wereldoorlog werden problemen verwacht bij het overschakelen van de Amerikaanse economie van een oorlogseconomie naar een vredeseconomie. Geef twee verklaringen voor het uitblijven van deze problemen.
Het juiste antwoord: Hier kan van alles goed zijn, dat de soldaten hulp kregen om te gaan studeren, dat er veel vraag was naar consumptiegoederen, door de babyboom was er veel vraag naar producten en nog een paar zaken.
Volgens een leerling lag het echter aan het geloof en het isolationisme.

Aan de andere kant kleunt het Cito ook geregeld mis. 
Zo was er de vraag of leerlingen een artikel uit de Engelse Bill of Rights uit 1689 wilden koppelen aan een ontwikkeling uit de Engelse geschiedenis.

Volgens het antwoordmodel waren alleen antwoorden goed die Jacobus II noemden, maar de vraag is zo gesteld dat je zelf antwoorden die teruggaan tot het Magna Carta (1215) goed zou kunnen rekenen.

Ook was er een vraag over een Amerikaanse propagandafilm over de Eerste Wereldoorlog. Er stonden kruisvaarders op afgebeeld en de vraag was wat de boodschap van deze film was.

De bron bij de Kruisvaarders vraag
Volgens het antwoordmodel moesten de leerlingen kunnen uitleggen dat de kruisvaarders aangaven dat de boodschap van de film was dat de soldaten vochten voor een hoger doel.
Sorry Cito, dat lukt dus echt niet.

Wij hebben met nakijken ons best gedaan, al heeft een collega het op overlegforum heel snedig de opmerking gemaakt dat het correctiemodel redeloos, de resultaten reddeloos en wij docenten radeloos waren (met een mooie verwijzing naar het rampjaar 1672) en nu is het afwachten op de norm die over een tijdje bekend wordt. Dan weten we de definitieve resultaten.
Het blijft elke keer opnieuw spannend.

Reacties

Populaire posts