Strijders tegen de maffia

Giovanni Falcone en Paolo Borsellino
Verzet tegen de maffia is nooit gemakkelijk geweest, maar al te vaak werden de mensen die zich te openlijk tegen de maffia praktijken uitspraken of te diep in hun zaken doordrongen, vermoord.
Veel was ook niet bekend over de maffia, niet over de organisatie en niet over de manier waarop de maffia opereerde.

Giovanni Falcone was in 1939 in Palermo geboren en studeerde rechten. Hij kwam in 1980 te werken als onderzoeksrechter in Palermo. Op dat moment werd er een grote zaak onderzocht tegen de familie Inzerillo, die ook contacten hadden in Amerika. De officier van justitie, Gaetano Costa, tekende de 55 aanhoudingsbevelen, omdat al zijn collega’s hadden geweigerd. (dit zou hem zijn leven kosten)

Giovanni Falcone besefte dat de kennis van het hoe en het wat over de maffia te kort schoot en bedacht dat de beste manier om dit te onderzoeken het volgen van de geldstromen was. Zonder computers wist hij alle gegeven die hij los kreeg van de banken in Palermo te analyseren.

Giovanni Falcone
Een jeugdvriend van Giovanni Falcone, Paolo Borsellino, werkte vanaf 1975 ook als magistraat in Palermo. Paolo Borsellino werd in 1940 in Palermo  geboren en had juridische ervaring opgedaan over heel SiciliĂ«. Hij was goede vrienden geweest met Emanuele Basile, een politieinspecteur die in 1980 vermoord werd. Paolo Borsellino was daarna Ă©Ă©n van de eersten die permanente politiebewaking kreeg.
 
Beide mannen merkten bij hun onderzoeken op hoe vaak ze werden tegengewerkt en hoe vaak zaken in de doofpot belandden.

Het volgende probleem dat de magistraten opmerkten was dat alle maffia zaken afzonderlijk werden behandeld. Het idee ontstond om een anti-maffia-pool te creëren, met een aantal mensen die gespecialiseerd waren in maffia zaken. Zij konden dan hun kennis bundelen en bovendien was er nooit slechts één iemand verantwoordelijk voor aanhoudingsbevelen. Dit idee werd steeds tegengehouden, totdat de publieke verontwaardiging zo hoog werd na de moorden op Pio le Torre en Carlo dalla Chiesa dat de wet eindelijk veranderd werd.

Giovanni Falcone en Paolo Borsellino werden beiden onderdeel van de anti-maffia-pool. Ze begonnen een groot proces voor te bereiden, het zogenaamde maxi-proces dat bijna twee jaar duurde van 1986-1987, waarin uiteindelijk honderden maffiosi werden veroordeeld tot gevangenisstraffen, velen tot levenslang. Sommigen, zoals Totò Riina of Bernardo Provenzano, werden veroordeeld bij verstek.

Paolo Borsellino
Ondanks de successen, bleven er mensen tegenwerken. Het zou logisch zijn geweest om Falcone de functie van hoofdaanklager in Palermo te geven, maar hij werd gepasseerd.
De bedreigingen, de constante politiebewaking en de tegenwerking die hij ondervond zorgden er uiteindelijk voor dat Giovanni Falcone in 1991 een baan aannam in Rome. Hij wilde proberen om vanuit die plek de wetten te veranderen en zo iets te betekenen, maar sommigen zagen dit als een uitvlucht en een capitulatie.

Ondanks de verhuizing naar Rome kwam Giovanni Falcone nog wel regelmatig naar Palermo. Maffia baas Totò Riina wilde zijn prestige herstellen dat ernstig schade had opgelopen na het maxi-proces en had bevel gegeven Falcone te vermoorden.
Op 23 mei 1992 reed Giovanni Falcone samen met zijn vrouw over de snelweg van het vliegveld naar Palermo. Een grote bom onder de snelweg blies de auto en de politievolgauto volledig op.

Voorblad La Repubblica na de moord op Falcone
Nog nooit was er zo’n publieke uiting van rouw en woede geweest. Het parlement riep een dag van nationale rouw uit en de begrafenis werd door duizenden mensen bijgewoond.

Paolo Borsellino wilde graag het onderzoek naar de dood van zijn vriend leiden, maar dit werd hem verboden. Hij ging op toch onderzoek uit en kwam erachter dat er allerlei mensen binnen het juridische apparaat banden met de maffia hadden en het onderzoek tegenwerkten.

Op 19 juli 1992, zevenenvijftig dagen na de moord op Giovanni Falcone, werd Paolo Borsellino door een autobom in Palermo vermoord. Vijf agenten die hem moesten beschermen kwamen ook om het leven.

Voorblad Corriere della Sera na de moord op Borsellino
Heel triest is dat Rita Atria, een meisje dat uit een maffiafamilie kwam en samenwerkte met Paolo Borsellino als informante, na zijn dood zelfmoord pleegde, omdat ze niemand anders meer kon vertrouwen. Ze was pas 22 jaar.

Paolo Borsellino en Giovanni Falcone worden gezien als het boegbeeld van de anti-maffia beweging. Hun moed en doorzettingsvermogen hebben mensen geĂŻnspireerd om niet langer de angst en de intimidatie te pikken.
Scholen en gebouwen zijn naar hen genoemd, er staat een groot monument bij het vliegveld in Palermo dat nu het Falcone- Borsellino vliegveld heet.

Maar hun echte nalatenschap ligt in hun moed en het goede voorbeeld dat ze hebben gegeven. Zij, en alle anderen die hun leven gaven in de strijd tegen de maffia.

Zeer incomplete lijst van mensen die vermoord zijn door de maffia:
1979: Mario Francese, journalist die de maffia onderzocht
1979: Boris Guilliano, politieinspecteur
1979: Cesare Terranova, magistraat
1980: Piersanti Mattarella, leider ChristenDemocraten op Sicilie, had onderzoek naar corruptie gestart.
1980: Emanuele Basile, politie inspecteur, opvolger Guilliano
1980 Gaetano Costa, magistraat
1982: Pio la Torre, leider communistische partij, diende wetten in tegen de maffia
1982: Carlo Alberto Dalla Chiesa, generaal van de Carabinieri
1983: Rocco Chinnici, magistraat, opvolger Terranova
1985 Antonio Cassera, politie inspecteur
1992: Giovanni Falcone, magistraat
1992: Paolo Borsellino, magistraat
Verder alle dappere lijfwachten en politieagenten die stierven terwijl ze mensen probeerden te beschermen tegen de maffia.

Reacties

Populaire posts