De pest, Albert Camus
Het is 194* in de Algerijnse stad Oran, als er plotseling
ratten sterven in de straten. In de eerste instantie vindt men dit wel een
beetje raar, maar de inwoners zijn nog niet verontrust.
Als er echter op een
gegeven moment mensen dood gaan, met bulten in hun liezen en oksels, begint het
idee post te vatten dat de pest is uitgebroken.
De autoriteiten zijn niet heel
snel met het nemen van maatregelen, maar op een gegeven moment moeten ze wel en
de stad komt onder quarantaine te staan. Niemand mag de stad meer in of uit en
contact met geliefden buiten de stad is alleen nog maar mogelijk via
telegrammen, wat het contact niet echt bevorderd.
Een aangezien in de
praktijk de formules die zich lenen voor een telegram snel opgebruikt zijn,
werd een lang gemeenschappelijk leven of en smartelijke hartstocht op den duur
vlot samengevat in een periodieke uitwisseling van staande formules als: ‘Alles
goed. Denk aan jou. Liefs.’
Dokter Rieux is één van de eersten die de ernst van de
epidemie onderkent en aandringt op maatregelen. Onvermoeibaar gaat hij van patiënt
tot patiënt.
Hij wordt geholpen door meneer Tarrou die een vrijwilligersdienst
opzet om alle gaande diensten in de stad draaiende te houden, ambtenaar meneer
Grand die in zijn vrije tijd zwoegt op de eerste, perfecte zin van een roman, en
journalist Rambert die in de stad op bezoek was en er alles aan doet om weg te
komen om bij zijn geliefde terug te keren. Als hij uiteindelijk een
smokkelroute ontdekt heeft, besluit hij echter in Oran te blijven uit
solidariteit.
Tezamen vormen zij een kroniek van de epidemie, zij leggen
vast hoe de bevolking van de stad eerst de epidemie niet heel serieus neemt,
maar als de maatregelen steeds draconischer worden en de pest elke dag
honderden slachtoffers maakt, de mensen bang worden.
Mensen willen niet dat de
dokters bij hun zieke familieleden komen omdat dit ogenblikkelijk betekent dat
ze van elkaar gescheiden zullen worden. Mensen worden wanhopig, voelen zich in
de steek gelaten, of gaan juist feesten en geven geld uit in de restaurants en cafés.
Maar naarmate de pest blijft voortduren, zie je de mensen
steeds gelatener worden. Ze accepteren hun lot, hoewel iedereen er anders op
reageert. Sommigen stijgen boven zichzelf uit en uit medemenselijkheid offeren
zij alles op om aan de getroffenen hulp te verlenen, anderen maken juist
misbruik van de situatie door te profiteren van de zwarte markt die ontstaat.
Maar in feite kon je
op dat moment, half augustus, zeggen dat de pest alles in zijn greep had. In
plaats van het lot van het individu was er een collectief beleven van de pest
ontstaan, met gemeenschappelijke gevoelens. Het sterkste daarvan was het gevoel
van scheiding en ballingschap, met de bijbehorende angst en opstandigheid.
In feite wordt elk menselijk gedrag uitvergroot in een stad
die volkomen is afgesloten en waar de toekomst onzeker is. De priester Paneloux
preekt eerst dat de ziekte een straf van God is en ondergaan moet worden, maar
als hij bij het sterfbed van een kind aanwezig is, steekt ook hij de handen uit
de mouwen om hulp te verlenen. Mooie woorden worden dan betere daden.
Dokter Rieux doet zijn plicht, zonder erover na te denken waar
de pest vandaan komt of waar medemenselijkheid toe dient. Hij doet gewoon wat
nodig is en zorgt voor zijn patiënten, terwijl zijn zieke vrouw in een sanatorium
buiten de stad verblijft en hij al die maanden niet naar haar toe kan.
De vriendschap
van de anderen is voor hem dan ook een grote steun.
Lange tijd lijkt het of de vrienden zelf niet getroffen
worden door de pest, maar uiteindelijk zal één van hen ook bezwijken. Hij heeft
tot het einde toe gedaan wat nodig was, vol waardigheid en menselijkheid. En zo
zal hij ook sterven.
‘Ik heb geen zin om
dood te gaan en ik zal vechten. Maar als het spel verloren is, wil ik een goed
verliezer zijn.’
Albert Camus 1913-1960 |
Ik heb flink wat citaten in deze bespreking gebruikt, zoals
jullie zien, maar ik had met gemak nog tien keer zoveel kunnen citeren. Albert Camus heeft een prachtige schrijfstijl;
vloeiend, poëtisch en vol mooie beeldspraken, net zoals zoveel andere Franse
schrijvers trouwens.
Zijn ideeën over de natuur van de mens is wat
pessimistischer dan de mijne is en ik kan het met zijn levensvisie niet geheel
eens zijn, maar oh, wat kan hij het interessant verwoorden, zodat je er over na
blijft denken, lang nadat je het boek uit hebt.
Want natuurlijk is De
pest geen simpel verhaal alleen over de pest, het gaat over de komst van het
kwaad naar een stad. Een kwaad dat alles op zijn kop zet. Het boek is net de
Tweede Wereldoorlog geschreven en je zou dus voor het kwaad fascisme/nationaalsocialisme
in kunnen vullen, maar natuurlijk is het kwaad universeel en niet voorbehouden
aan één politieke of ideologische stroming.
Hoe ga je om met het kwaad dat je om je heen ziet, hoe
reageer je erop? Doe je je plicht, help je je medemens en stel je je teweer uit
welke overtuiging dan ook? Of maak je misbruik van de situatie en vererger je
het leven van de anderen, of word je fatalistisch en kan niets je meer schelen?
Het kwaad is
misschien een wat ouderwets begrip en ik gebruik het misschien niet helemaal
zoals Albert Camus het zou hebben
gebruikt, maar ik denk wel dat we ons bewust moeten zijn van de slechte dingen
die we om ons heen zien; de haat en de onverdraagzaamheid en het geweld van
verschillende kanten.
We moeten waakzaam blijven en ons bewust zijn van het feit
dat we misschien eens een keuze moeten maken. Misschien als we er niet op
voorbereid zijn en denken dat het nog wel zal meevallen.
Want zoals de laatste woorden van het boek luiden, als de
pest is verdwenen, de quarantaine is opgeheven en de mensen feest vieren in de
stad:
En inderdaad
luisterend naar de vrolijke kreten die uit de stad kwamen, realiseerde Rieux
zich dat die vrolijkheid nog altijd in gevaar verkeerde. Want hij wist wat de
blije menigte niet wist en wat in de boeken te lezen staat: de pestbacil sterft
nooit en verdwijnt nooit definitief; hij kan tientallen jaren achtereen blijven
sluimeren in de meubels en het linnengoed, hij wacht geduldig, in kamers,
kelders, koffers, zakdoeken en paperassen, en misschien komt er een dag waarop,
tot schade en lering van de mensheid, de pest zijn ratten wekt om ze te laten
sterven in een gelukkige stad.
Originele Franse titel: La peste
Uitgegeven in 1947
Deze Nederlandse uitgave 2015 door uitgeverij De bezige bij
Nederlandse vertaling: Jan Pieter van der Sterre
Bladzijdes: 320
Ja, alweer een klassieker om te herlezen!
BeantwoordenVerwijderenJa, dit is een echte klassieker, maar één die nog heel fris en vooral actueel aandoet. Maar misschien is dat juist wel de definitie van 'klassieker' :-)
VerwijderenGroetjes,
Mooie bespreking Bettina, hij staat bij mij ook nog in de kast om te lezen, ik kijk er naar uit!
BeantwoordenVerwijderenIk hoop dat jij er dan net zo van geniet als ik heb gedaan, ik vond het een bijzonder mooi boek, een boek om lang over na te denken.
VerwijderenGroetjes,
Inderdaad een prachtige bespreking. Ooit gelezen op de middelbare school en duidelijk niks van gesnapt, nu op de herleesnominatie!
BeantwoordenVerwijderenIk zou dit boek ook niet begrepen hebben toen ik 15 of zo was, volgens mij moet je voor Albert Camus wel enige levenservaring (en leeservaring) hebben opgedaan om alles eruit te halen. Dus zeker herlezen, dan heb je een pareltje!
VerwijderenGroetjes,
Het boek deed me ook echt nadenken over de rol van de media in een dergelijke crisis. Moeten we de mensen écht vertellen hoe erg het is? Laten we hen in het ongewisse? Wat is goed en wat leidt tot meer kwaad en onheil? Een discussie die ook vandaag zeer actueel is!
BeantwoordenVerwijderenWat interessant dat jij er dit punt uithaalt, want dat heeft mij weer niet op deze manier bezig gehouden. Maar wel een zeer mooie aanvulling, dank je wel!
VerwijderenGroetjes,