A delusion of Satan, Frances Hill

In 1953 schreef Arthur Miller zijn toneelstuk The Crucible. (hier) Hij wilde hierin kritiek leveren op de situatie in Amerika op dat moment, op de meedogenloze heksenjacht op communisten. Hij gebruikte hiervoor historische heksenjacht, die in Salem in 1692, de bekendste heksenjacht in Amerika.
Arthur Miller veranderde de feiten van de werkelijke gebeurtenissen om zijn verhaal meer impact te geven. A delusion of Satan is echter een goed gedocumenteerde weergave van de historische feiten en het is een geslaagde poging om de achtergronden te schetsen om te verklaren wat er is gebeurd in Salem.

Massachusetts was in 1692 een kolonie van Engeland, maar een kolonie waar politieke onrust heerste. In de jaren ervoor waren bepaalde rechten ingetrokken door de kroon en men probeerde deze terug te krijgen, zonder veel resultaat.

Het was een kolonie waar de Puriteinen (strikte Calvinisten) waren neergestreken.
Het leven was hard in die tijd, ziekte en dood waren altijd aanwezig en veel kinderen werden bij familie ondergebracht omdat hun ouders overleden waren. Alles moest met de hand gemaakt worden en luxe of comfort was er bijna niet te vinden. Bovendien werd dat zondig gevonden.

De levenswijze van de Puriteinen was streng. Feesten, zoals Kerstfeest, werden niet gevierd en de kerkdiensten waren lang en vreugdeloos. De duivel was een reële bedreiging, die men overal zag. Veel Puriteinen zagen in het uitbreken van epidemieën of de vele aanvallen van Indianen een teken dat God vond dat men niet streng genoeg in de leer was.

Muziekinstrumenten of spelletjes waren er niet en er waren alleen stichtelijke boeken die er constant op hamerden dat Satan overal rond loerde en elke bezigheid in principe zondig kon worden. 

Jongens konden hun energie nog een beetje kwijt in jagen en op het land werken, voor de meisjes was er bitter weinig te doen behalve huishoudelijk werk.
Volgens allerlei bronnen blijkt dat er in die tijd regelmatig meisjes last hadden van aanvallen waarin ze verlamd waren, blind werden, oncontroleerbare stuiptrekkingen hadden, enzovoort. Deze verschijnselen werden later in de 19e eeuw door Freud gecatalogiseerd als hysterie. Tegenwoordig komt massale hysterie bijna niet meer voor, omdat bijna alle meisjes en vrouwen uitlaatkleppen hebben voor hun verlangens, maar in de 17e eeuw was er voor jonge, opgroeiende meisjes geen enkele mogelijkheid om zich te uiten. Omdat men het begrip hysterie of de achtergrond hiervan niet kende, weet men het rare gedrag van de meisjes vaak aan hekserij.

Binnen Salem was er niet bepaald sprake van christelijke naastenliefde en broederschap. Salem bestond uit twee delen, de stad en het dorp en die waren verwikkeld in allerlei ruzies over rechten en land. De familie Putnam speelde hierin een grote rol. Zij bezaten veel land en hadden veel aanzien, maar ze voelden zich op allerlei manieren tekort gedaan en ze wilden meer land en meer bezittingen.

De nieuwe dominee, Samuel Parris, was tegen de zin van een groot deel van de gemeente benoemd en hij maakte de situatie niet beter door allerlei eisen te hebben voor zijn kerk en zichzelf. Hiermee vervreemde hij nog meer mensen van zich.
Hij en zijn vrouw hadden een slavin uit Barbados bij zich, die door veel dorpelingen als een duivels wezen werd gezien. Het was onder haar oog dat de meisjes van Salem zich bezighielden met magische handelingen, zoals het gieten van een ei in een glas water, om in de vorm de toekomstige echtgenoot te kunnen zien.

De angst voor deze zondige, magische handeling en de duivel die dat met zich meebracht bracht de eerste meisjes tot hysterisch gedrag. Voor het eerst in hun leven kregen deze meisjes aandacht en luisterde men naar wat ze te zeggen hadden.
De eerste beschuldigingen waren voor mensen die buiten de gemeenschap stonden, zoals de slavin en een bedelares. Maar al snel werden er steeds meer mensen beschuldigd en moest men bekennen of hangen. De familie Putnam was instrumenteel in deze beschuldigingen. Hun dochter Ann Putnam speelde een leidende rol binnen de groep van meisjes en bijna alle beschuldigden waren mensen die de Putnams als vijanden van hun familie zagen, of waar ze voordeel van hadden om hen uit de weg te ruimen.

In totaal zijn er 19 mensen opgehangen omdat ze weigerden te bekennen schuldig te zijn aan hekserij.
Maar ook onder de overlevenden waren er slachtoffers, zoals de jonge Dorcas Good die samen met haar moeder van hekserij werd beschuldigd en 1½  jaar in de gevangenis moest verblijven, geketend aan de muur in een donkere ruimte. Dorcas was op dat moment 4 ½ jaar oud en is daar krankzinnig geworden. Kinderen waren hun ouders kwijtgeraakt en nabestaanden van de beschuldigden hadden geen recht op de erfenis.

In 1706 heeft Ann Putnam in het openbaar excuses aangeboden voor al het leed waar zij aan mee had gewerkt, volgens haar waren de mensen onschuldig geweest en was het allemaal een ‘delusion of Satan’ geweest.

Uitgegeven in 1995 (nieuwe versie in 2002)
Bladzijdes: 228

Reacties

Populaire posts