Vijf op vrijdag, het eindexamen geschiedenis 2013
Het eindexamen vorig jaar, maar eigenlijk zag mijn eettafel er dit jaar net zo uit. Alleen geen zon deze keer. |
Bij de mavo ging het eindexamen over staatsinrichting en om het historisch overzicht van de 20e eeuw, bij de havo ging het eindexamen over de Nederlandse Republiek en over de Verenigde Staten tussen 1865-1965.
Het lastige van geschiedenis examens is dat het open vragen zijn en dat geen enkele leerling antwoord geeft in de taal van het correctievoorschrift. Dat geeft heel wat ruimte voor gesteggel en gedoe en dat maakt het nakijken zo lastig, maar soms ook erg grappig.
Vaak zie je dat je de antwoorden van de leerlingen in
verschillende categorieën kunt plaatsen en hier geef ik voor deze Vijf op Vrijdag 5 voorbeelden van
antwoorden van leerlingen op het geschiedenis eindexamen van dit jaar.
1/ Te ver doordenken
Bij de havo was er een bron waarin verslag werd gedaan van de Glorious Revolution in 1688, toen stadhouder Willem III in Engeland aankwam en daar koning werd. In de bron wordt verteld door een secretaris van de stadhouder hoe de Engelsen langs de kant van de weg Willem toejuichten en hoe de mensen allerlei oranje versieringen bij zich hadden.
De vraag was welke vraag over betrouwbaarheid een historicus
bij deze bron zou kunnen stellen. Hierbij zou je bijvoorbeeld kunnen bedenken
dat deze bron geschreven is door de secretaris van Willem en dat die er belang
bij heeft de steun aan Willem te overdrijven. Dit is een punt waar we
behoorlijk veel aandacht aan besteden en ik zou verwachten dat elke leerling
bijna meteen bij een bron kijkt wie de bron geschreven heeft en welk doel de
maker daarmee kan hebben. Dit zou een gemakkelijk te scoren punt moeten zijn.
Een leerling antwoordde hier echter op; Deze bron is niet
betrouwbaar want we weten niet zeker of die Engelsen wel wisten dat Oranje de
kleur van Willem was.
2/ Erom heen kletsen
Bij de havo ging er een vraag over de buitenlandse politiek
van de Verenigde Staten voor 1940 (vooral gericht op isolationisme), wat er na
1940 gebeurde (VS geven materiële steun aan Engeland in de eerste oorlogsjaren)
en hoe je dit zowel als verandering en
als voortzetting van het buitenlandse
beleid kan zien. (verandering is dat ze nu wel een kant kozen, continuïteit is
dat de VS nog altijd niet zelf meevecht, dus niet echt meedoet)
Een leerling antwoordde hierop: De Verenigde Staten deden
eerst niet zoveel, maar toen deden ze wel wat, en omdat ze toen iets anders
gingen doen kun je zeggen dat het anders is, maar aan de andere kant is het wel
hetzelfde, want er veranderde niet zoveel.
(en sommige leerlingen snappen dan nog niet dat ze hier geen punten voor krijgen)
3/ Het echt fout hebben
Koning-Stadhouder Willem III |
Een leerling antwoordde dat in dat jaar Maurits Johan van
Oldebarnevelt liet onthoofden.
Helaas, niet alleen zit ze daarmee in een ander jaar (1621)
ze haalt ook de staats- en prinsgezinden door elkaar. Johan en Maurits hadden
wel een conflict, maar in dit geval wonnen de Staatsgezinden juist niet door de
dood van Van Oldebarnevelt.
4/ Dingen door elkaar
halen
Bij de Havo ging er een vraag over de manier waarop de
buitenlandse politiek van de Verenigde Staten na 1880 veranderde.
Een leerling antwoordde daarop dat de VS zich vanaf toen
vooral druk ging maken om de uitbreiding van het communisme, en dat ze dat
wilde beperken en ze daarom alle landen die bedreigd werden door het communisme
zouden helpen.
Hier zie je keurig de containment politiek en de
Trumandoctrine uitgelegd, alleen is de leerling er zo’n vijfenzestig jaar te
vroeg mee.
5/ De situatie kort
en krachtig samenvatten.
Bij de mavo is er speciale aandacht voor het Midden Oosten
en er kwam een spotprent in voor die ging over het Joods/Palestijns conflict.
Op de prent zie je een Israëlier en een Palestijn samen praten en zeggen ‘Hoe
kunnen we dit conflict nou oplossen? De Palestijn zegt dan ‘Wij zouden Israel
gewoon kunnen erkennen’ en de Israëliër zegt ‘Wij zouden de bezette gebieden gewoon
kunnen teruggeven’. Daaronder staat dan ‘Nee, dit is véél te gemakkelijk’.
De vraag bij deze prent was wat de mening van de maker van
de tekening was over het conflict.
Een leerling gaf hierbij als antwoord; ‘Dat beide partijen
gewoon zitten te sufkutten’.
Tsja, en daar hoef ik weinig meer aan toe te voegen.
Reacties
Een reactie posten