Dingen die niemand weet, Alessandro d'Avenia
Hebben tranen die je huilt uit vreugde dezelfde
samenstelling als de tranen die je huilt uit verdriet? Dat is een van die
dingen die niemand weet.
De leraar had begrepen dat het niet nodig was om goede oude metaforen overboord te gooien, je moet ze alleen gebruiken om er meer mee te zeggen, in plaats van je erachter te verschuilen.
Nederlandse uitgave 2012 door uitgeverij Cargo
Nederlandse vertaling: Manon Smits
Bladzijdes: 348
Margeritha, de Leraar en Gulio zijn de hoofdpersonen in dit
tweede boek van Alessandro d’Avenia.
Alledrie hebben ze zo hun problemen. Gulio is verlaten door
iedereen en sluit zich daarom bewust van mensen af. Margeritha is net verlaten
door haar vader die afscheid nam via het antwoordapparaat. De Leraar tot slot
heeft grootste idealen over wat hij wil bereiken met zijn leerlingen, maar
vergeet dat je niet kunt blijven steken in literaire verwijzingen en dat je op
een gegeven moment de volgende stap in de je leven moet zetten.
Op school krijgt Margeritha les van de Leraar die met de
klas het verhaal van Homerus leest over de Odyssee. Vooral het gedeelte over
Telemachos, de zoon van Odysseus die op zoek gaat naar zijn vader, inspireert
Margeritha.
Dingen die niemand
weet gaat over mensen die iets hebben verloren en om moeten leren gaan met
dit verdriet. Soms doen ze dit door een geliefd boek te lezen en met een citaat
te komen, soms door pasta te koken met oma in de keuken die tijdens het roeren
in de pannen Siciliaanse wijsheden strooit en soms door actie te ondernemen en
zelf op zoek te gaan.
In elk leven is er een
India dat bereikt moet worden, een Amerika dat ontdekt moet worden, een fata
morgana die moet worden veranderd in werkelijkheid.
Uit verdriet kan iets moois voorkomen, een nieuw begin.
Margeritha ontmoet Gulio en samen kunnen ze elkaars eenzaamheid en verdriet een
beetje verminderen.
De leraar durft het eindelijk aan om met zijn Stella de
volgende stap te zetten. Niet alleen maar boeken, maar het echte leven,
poepluiers en al. De leraar had begrepen dat het niet nodig was om goede oude metaforen overboord te gooien, je moet ze alleen gebruiken om er meer mee te zeggen, in plaats van je erachter te verschuilen.
Ik had eerder Wit als
melk, rood als bloed van Alessandro
d’Avenia gelezen en dat vond ik een prachtig boek. Het is dan altijd even
afwachten of je het volgende boek ook zo mooi zal vinden. Hoewel het eerste boek strakker van opzet was en ik het hier soms een beetje teveel van het goede vond, kon ik over het algemeen opnieuw genieten van
poëtische zinnen en beschrijvingen.
Elke stad heeft haar
eigen geest, als je goed wrijft komt die tevoorschijn. Je moet jezelf tegen de
stad aan wrijven, de muren aanraken, de wegen opsnuiven, luisteren naar de
namen van de straten en de mensen.
Alessandro d’Avenia
is goed in het neerzetten van pubers, maar ik vond dat hij hier soms een beetje
uit de bocht vloog en dat het af en toe een tikkeltje cliché werd, al werd dat ergens anders dan weer goedgemaakt door een inkijkje of een gedachtengang die de spijker op de kop sloeg.
Als ik zegt dat ik een boek minder mooi vond dan het vorige
boek, dan klinkt het alsof ik dit boek niet mooi vond, maar dat is zeker niet
het geval. Ik vond alleen Wit als melk,
rood als bloed prachtig en Dingen
die niemand weet mooi. Dat is het verschil.
Originele
Italiaanse titel: Cose che nessuno sa
Uitgegeven in 2011Nederlandse uitgave 2012 door uitgeverij Cargo
Nederlandse vertaling: Manon Smits
Bladzijdes: 348
Reacties
Een reactie posten